Beveiligingen
Oververhittingsbeveiliging
Alle inductiespoelen en de koellicha‐
men van de elektronica zijn voorzien
van een oververhittingsbeveiliging.
Voordat de inductiespoelen of de koelli‐
chamen oververhit raken, zorgt de over‐
verhittingsbeveiliging voor een van de
volgende reacties:
Inductiespoelen
– Een ingeschakelde booster wordt uit‐
geschakeld.
– De ingestelde vermogensstand wordt
verlaagd.
– De kookzone wordt automatisch uit‐
geschakeld. In het timerdisplay knip‐
peren afwisselend en .
U kunt de kookzone gewoon weer in
gebruik nemen als de foutmelding is
verdwenen.
Koellichamen
– Een ingeschakelde booster wordt uit‐
geschakeld.
– De ingestelde vermogensstand wordt
verlaagd.
– De kookzones worden automatisch
uitgeschakeld.
Pas als het koellichaam voldoende is
afgekoeld, kunt u de betreffende kook‐
zones weer in gebruik nemen.
38
De oververhittingsbeveiliging reageert
als:
– leeg kookgerei wordt verhit.
– vet of olie op een hoge vermogens‐
stand wordt verhit.
– de onderkant van de kookplaat niet
voldoende geventileerd wordt.
– een hete kookzone na een stroom‐
storing weer wordt ingeschakeld.
Reageert de oververhittingsbeveiliging
opnieuw nadat de oorzaak is weggeno‐
men, neem dan contact op met Miele.