Gedurende de boostertijd branden de
sensortoets en alle sensortoetsen
op het betreffende bedieningspaneel
met lichtsterkte 2.
Booster inschakelen
Raak de sensortoets op het bedie‐
ningspaneel van de gewenste kook‐
zone aan.
Stel eventueel een vermogensstand
in.
Tip de sensortoets aan.
TwinBooster / WaterBoost inschake‐
len, stand 1
Raak de sensortoets op het bedie‐
ningspaneel van de gewenste kook‐
zone aan.
Stel eventueel een vermogensstand
in.
Tip de sensortoets aan.
Het controlelampje voor TwinBooster
stand 1 licht op.
TwinBooster / WaterBoost inschake‐
len, stand 2
Raak de sensortoets op het bedie‐
ningspaneel van de gewenste kook‐
zone aan.
Stel eventueel een vermogensstand
in.
Raak 2 keer de sensortoets aan.
Het controlelampje voor TwinBooster
stand 2 licht op.
Booster / TwinBooster / WaterBoost
uitschakelen
Tip de sensortoets aan:
– één keer (boosterfunctie)
– zo vaak totdat de controlelampjes
uitgaan (TwinBooster / WaterBoost).
of
Stel een andere vermogensstand in.
Bediening
29