4.
Schakel vanaf uw draadloze computer of mobiel toestel draadloos in, zoek naar en verbind met de naam
van Wi-Fi Direct, bijvoorbeeld: DIRECT-**-HP OfficeJet XXXX (waarbij *** staat voor de unieke tekens die
uw printer identificeren en XXXX staat voor het printermodel dat op de printer wordt aangegeven)
Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd.
5.
Typ in een ondersteunende webbrowser op uw computer het volgende adres in: http://
123.123.123.123.
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend
Controleer de instellingen van het netwerk
Controleer of u niet een telefoonsnoer of een cross-overkabel hebt gebruikt om de printer aan te sluiten
●
op het netwerk.
Controleer of de netwerkkabel goed is verbonden met de printer.
●
Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en goed functioneert.
●
Controleer de computer
Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het netwerk.
●
OPMERKING: U kunt de EWS ook bereiken als de HP Wi-Fi Direct van de printer is ingeschakeld en als u
het IP-adres van de printer kent.
Controleer de webbrowser
Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten. Meer informatie vindt u in de
●
systeemvereisten in het Leesmij-bestand dat op de cd met HP-printersoftware staat.
Als uw webbrowser proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het internet, probeer deze
●
instellingen dan uit te schakelen. Zie de documentatie bij uw webbrowser voor meer informatie.
Controleer of JavaScript en cookies zijn ingeschakeld in uw webbrowser. Zie de documentatie bij uw
●
webbrowser voor meer informatie.
Controleer het IP-adres van de printer
Als u het IP-adres van de printer wilt controleren, kunt u het IP-adres verkrijgen door een
●
netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer
op Installatie , vervolgens op Rapporten , en ten slotte op Rapport netwerkconfiguratie.
Ping de printer met het IP-adres vanaf de opdrachtprompt (Windows) of vanuit het
●
netwerkhulpprogramma (OS X).
OPMERKING: OS X Lion en OS X Mountain Lion: Netwerkhulpprograma bevindt zich in de map
Hulpmiddelen in de map Applicaties op het hoogste niveau van de harde schijf.
OS X Mavericks: Open Zoeken, houd de toets Optie naar beneden en kies Systeeminformatie uit het
menu Apple ( ). Kies Windows > Networkhulpprogramma.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u bij de opdrachtprompt (Windows):
C:\ping 123.123.123.123
Of:
Klik in het Netwerkhulpprogramma (OS X) op het tabblad Ping, typ 123.123.123.123 in het vak en klik
op Ping.
NLWW
Geïntegreerde webserver
81