VOORZICHTIG: Hoewel de inktcartridges niet beschadigd raken wanneer ze buiten de printer worden
bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd zijn geïnstalleerd nadat de printer is
geïnstalleerd en in gebruik is genomen. Een of meer cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan
leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk beschadigen. Als u onlangs een
cartridge gedurende een lange tijd uit de printer hebt gelaten, of als onlangs het papier vastzat en u een
slechte afdrukkwaliteit hebt opgemerkt, reinig dan de printkop. Zie Onherdoud de printkop en inktcartridges
voor meer informatie.
Inktcartridges vervangen
Als u nog geen vervangende inktcartridges voor de printer hebt, zie dan Inktcartridges bestellen. Niet alle
cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
VOORZICHTIG: HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met
de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de
printer nooit uit wanneer er inktcartridges ontbreken.
Zie Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen voor meer informatie over het recyclen van gebruikte
inkten.
U vervangt de inktcartridges als volgt:
1.
Controleer of de printer aanstaat.
2.
Open de toegangsklep van de inktcartridges.
OPMERKING: Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat.
3.
Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de
sleuf.
4.
Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking.
68
Hoofdstuk 7 Werken met inktcartridges
NLWW