Vereisten aan de elektrische installatie
Veiligheidsregels
Houd u aan de volgende regels om gevaar door onjuiste elektrische aansluitingen te voorkomen:
Uitsluitend elektriciens van een erkend servicebedrijf die bevoegd zijn volgens de voorwaarden van EN 50110-1
•
mogen werkzaamheden aan elektrische apparatuur uitvoeren.
De elektrische voeding moet worden aangesloten in overeenstemming met de toepasselijke plaatselijke
•
regelgeving van beroepsorganisaties en van het betreffende nutsbedrijf.
De behuizing moet op een correcte manier worden geaard en worden aangesloten op een potentiaal-
•
vereffeningssysteem.
Indien twee combinatieovens door middel van een stapelset bovenop elkaar zijn geplaatst, moeten beide be-
•
huizingen en de stapelset zelf op een correcte manier worden geaard en worden aangesloten op een potentiaal-
vereffeningssysteem.
Draag de persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals gespecificeerd in Rubriek 3A.
•
Materiaal geleverd door de klant en regels mbt de elektrische installatie
Tabel 3.3 toont welk materiaal moet worden geleverd door de klant en welke regels in acht moeten worden genomen bij
het aansluiten van het apparaat.
Materiaal
Regels
De zekering en aansluiting van het apparaat moet voldoen aan de plaatselijke wet- en
Zekering
regelgeving en de nationaal geldende installatievereisten.
Potentiaalvereffening
Het apparaat moet worden aangesloten op een potentiaalvereffeningssysteem.
Potentiaalvereffening: elektrische aansluiting die ervoor zorgt dat het frame van elektrische
apparatuur en eventuele externe geleidende onderdelen een gelijk (of bijna gelijk) potentiaal
hebben.
Aardlekschakelaar
Volgens de installatieregelgeving is er bescherming nodig door een aardlekschakelaar (ALS). Er
(ALS)
moeten geschikte aardlekschakelaars worden gebruikt die voldoen aan de relevante landelijke
regelgeving.
Indien de installatie meer dan één apparaat beslaat, moet er voor elk apparaat een afzonderlijke
aardlekschakelaar worden geleverd.
Ontkoppelvoorziening
Er moet vlakbij het apparaat een eenvoudig toegankelijke ontkoppelvoorziening op alle polen
met een minimale afstand tussen de polen van 3 mm worden geïnstalleerd. Het apparaat mag
niet via deze ontkoppelvoorziening worden aangesloten.
De ontkoppelvoorziening wordt gebruikt om het apparaat van de voedingsbron los te koppelen
tijdens reinigings-, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden.
Tabel 3.3: Elektrische apparatuur en regelgeving
De vereisten en specificaties voor de e1s
Uitgerust met frequentie-omvormer
Het apparaat is uitgerust met een frequentie-omvormer en een EMC-filter.
•
Deze voorzieningen kunnen resulteren in een lekstroom van meer dan 3,5 mA per FC-drive.
•
Gebruiken een geschikte aardlekschakelaar voor de nominale spanning.
•
Eigenschappen van de aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar moet de volgende eigenschappen hebben:
Filter voor het uitfilteren van RF-stromen.
•
Tijdvertraagde uitschakelkarakteristieken voor ALS-voorzieningen met uitschakeldrempel >30 mA: voorkomt dat de
•
ALS wordt uitgeschakeld door laadstromen van condensatoren en parasitaire capaciteiten als het apparaat is
ingeschakeld.
Rubriek 3: Onderhouds- en reparatiegids
16
eikon e1s
Gebruikershandleiding