Onderhoud
Terugslagkleppen repareren
Benodigd gereedschap
D Momentsleutel
D Inbussleutel van 10 mm
D O–ring–haakgereedschap
Demontage
OPMERKING: Er is een vloeistofgedeeltereparatieset
beschikbaar. Zie pagina 23 om de
correcte set voor uw pomp te bestellen.
Onderdelen inbegrepen in de set zijn
gemarkeerd met een sterretje, bijvoorbeeld
(201*). Gebruik alle onderdelen uit de set
voor de beste resultaten.
OPMERKING: Om te verzekeren dat de kogels (301) altijd
goed op de zittingen aansluiten, is het aan te
bevelen om altijd de zittingen (201) ook te
vervangen zodra de kogels vernieuwd worden.
Waarschuwing
Om het risico van ernstig letsel te verminderen, moet
u telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten
de Drukontlastingsprocedure op pagina 11 te volgen.
1.
Ontlast de druk. Maak alle slangen los.
2.
Haal de pomp los van de bevestiging.
3.
Haal de vier bouten (106) los met een inbussleutel van
10 mm, en houd daarbij het spruitstuk (103) op de
vloeistofdeksels (101) gedrukt. Zie Fig. 11.
4.
Verwijder de zittingen (201), kogels (301) en de
O–ringen (202) van het spruitstuk.
OPMERKING:Sommige modellen hebben geen O–ringen
(202).
5.
Keer de pomp om en verwijder de bouten (112),
sluitringen (114) en het inlaatspruitstuk (102). Verwijder
de zittingen (201), de kogels (301) en de O–ringen (202)
van de vloeistofdeksels (101).
Opnieuw in elkaar steken
1.
Reinig alle onderdelen en controleer ze op slijtage of
beschadiging. Vervang zo nodig onderdelen.
2.
Steek alles terug in elkaar in omgekeerde volgorde,
waarbij u alle opmerkingen in Fig. 11 opvolgt. Zorg
ervoor dat de kogelkleppen exact gemonteerd worden
zoals afgebeeld. De pijlen (A) op de vloeistofdeksels
(101) moeten naar het uitlaatspruitstuk (103) wijzen.
16 819.0377
Draai aan tot 17–18 NSm. Zie Aandraaivolgorde, pagina 28.
1
2
De pijl (A) moet naar uitlaatspruitstuk (103) wijzen.
3
Niet gebruikt bij sommige uitvoeringen.
Fig. 11
106
1
113
103
301*
201*
202*
3
101
A
2
301*
201*
202*
3
102
112
1
114
04619C