Toepassing
Drukontlastingsprocedure
Waarschuwing
GEVAAR VAN APPARATUUR ONDER DRUK
Het systeem blijft onder druk staan, totdat deze handmatig
wordt ontlast. Om het risico van ernstig letsel als gevolg van
materiaal onder druk of per ongeluk spuiten van het pistool
of spatten van vloeistof te verminderen, moet u altijd de
Drukontlastingsprocedure volgen als u:
D de instructie krijgt om de druk te ontlasten,
D ophoudt met pompen,
D apparatuur controleert, schoonmaakt of onderhoudt,
D vloeistoftuiten installeert of reinigt.
1.
Sluit de luchttoevoer naar de pomp af.
2.
Open het doseerventiel, indien gebruikt.
3.
Open het vloeistofafvoerventiel om alle vloeistofdruk te
ontlasten, waarbij u een opvangvat klaar houdt om het
uitstromend materiaal in op te vangen.
De pomp spoelen vóór het eerste gebruik
De pomp werd getest met lichtgewicht olie. Deze olie blijft in
de pomp achter, ter bescherming van de onderdelen. Om te
voorkomen dat uw vloeistof met olie wordt vervuild, moet de
apparatuur voor het eerste gebruik worden gespoeld met een
geschikt oplosmiddel. Voer de stappen uit zoals vermeld
onder De pomp starten en instellen.
De pomp starten en instellen
Waarschuwing
GEVAREN VAN GIFTIGE
VLOEISTOFFEN
Gevaarlijke spuitmaterialen of giftige dampen
kunnen ernstig letsel of zelfs de dood
veroorzaken als deze in de ogen of op de
huid spatten, worden ingeademd of ingeslikt.
Til geen apparaten op die onder druk staan. Als u een
apparaat onder druk laat vallen, kan het vloeistofgedeelte
scheuren. Volg altijd de bovenbeschreven
Drukontlastingsprocedure voor het optillen van de pomp.
1.
Zorg ervoor dat de pomp goed geaard is. Raadpleeg de
rubriek Aarding op pagina 4.
2.
Controleer alle aansluitingen om zeker te zijn dat ze
goed vastzitten. Gebruik een geschikte vloeibare
schroefdraaddichting voor alle mannelijke schroefdraad.
Zorg dat de vloeistofinlaat en –uitlaatfittingen stevig
vastzitten.
3.
Plaats de aanzuigbuis (indien gebruikt) in de te pompen
vloeistof.
OPMERKING: Als de inlaatdruk naar de pomp meer dan
25 procent van de uitgaande werkdruk is,
komen de kogels niet snel genoeg op de
zittingen, wat een inefficiënte werking van de
pomp tot gevolg heeft.
4.
Plaats het uiteinde van de vloeistofslang (L) in een
geschikte opvangbak.
5.
Sluit het vloeistofafvoerventiel (J). Zie Fig. 2.
6.
Open alle zelfontlastende hoofdluchtkranen (B, E), terwijl
de luchtregelaar (C) van de pomp gesloten is.
7.
Als de afvoerslang een aftapvoorziening heeft, houd die
dan open en ga verder met de volgende stap.
8.
Draai de luchtregelaar (C) langzaam open tot de pomp
begint te draaien. Laat de pomp langzaam lopen totdat alle
lucht uit de leidingen geperst is en de pomp gevuld is.
Als u spoelt, laat de pomp dan lang genoeg draaien
om de pomp en de slangen grondig te reinigen Sluit de
luchtregelaar. Haal de aanzuigslang uit het oplosmiddel
en plaats hem in de te pompen vloeistof.
Stilzetten van de pomp
Waarschuwing
Om het risico van ernstig letsel te verminderen, moet
u telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten
de Drukontlastingsprocedure links volgen.
Ontlast de druk aan het eind van de werktijd.
819.0377 11