Inhoudsopgave
Advertenties
ONDERHOUD
REMMEN EN BANDEN
BEDRIJFSREMMEN
VOOR DE VEILIGHEID: voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt,
parkeert u de machine op een vlakke
ondergrond, schakelt u de parkeerrem in, zet
u de machine uit en haalt u de sleutel uit het
contact.
De hydraulische bedrijfsremmen bevinden zich op
de voorwielen.
De hoofdremcilinder bevindt zich op het
brandscherm.
Controleer na elke vierhonderd bedrijfsuren het
vloeistofpeil in de hoofdremcilinder.
PARKEERREM
VOOR DE VEILIGHEID: voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt,
parkeert u de machine op een vlakke
ondergrond, schakelt u de parkeerrem in, zet
u de machine uit en haalt u de sleutel uit het
contact.
U dient de parkeerrem opnieuw af te stellen
wanneer u de parkeerrem te soepel inschakelt, of
wanneer de machine doorrolt na inschakeling van
de parkeerrem en na elke tweehonderd
bedrijfsuren.
68
BANDEN
De machine is standaard voorzien van
luchtbanden.
Controleer de bandendruk telkens na honderd
bedrijfsuren op. De juiste bandenspanning is 690
− 758 kPa (100 − 110 psi).
VOOR−/ACHTERWIELEN
Draai de voorwielmoeren na de eerste 50
bedrijfsuren tweemaal in het afgebeelde patroon
aan tot 169−183 Nm. Herhaal dit vervolgens na
elke 800 bedrijfsuren.
Draai de moeren van de achterwielen tweemaal
volgens het weergegeven patroon aan tot een
moment van 122−155 Nm. Doe dit na de eerste
50 gebruiksuren en vervolgens na elke 800 uur
08501
gebruik.
4
1
08575
2
5
3
800 4F Diesel 9015991 (2−2017)
Advertenties
Inhoudsopgave
