ONDERHOUD
MOTOR
VOOR DE VEILIGHEID: voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt,
parkeert u de machine op een vlakke
ondergrond, schakelt u de parkeerrem in, zet
u de machine uit en haalt u de sleutel uit het
contact.
MOTOROLIE
NB: Alle olie moet uit de motor zijn afgetapt
voordat olie van een ander merk of olie met een
andere viscositeit wordt gebruikt. Meng nooit olie
van een ander merk of olie met een andere
viscositeit met de olie die al in de machine zit.
Controleer elke dag het motoroliepeil. Ververs de
motorolie en vervang het oliefilter na de eerste
vijftig bedrijfsuren en daarna na elke 100
bedrijfsuren.
Het aftappunt voor motorolie bevindt zich op de
oliepan van de motor. Tap de motorolie af
wanneer deze warm is.
Vul motorolie bij totdat het oliepeil zich tussen de
markeringen op de peilstok bevindt. Zorg ervoor
dat het motoroliepeil NIET boven de bovenste
markering komt. De motor en het oliefilter kunnen
samen 6,6 L inclusief het oliefilter.
44
KOELSYSTEEM
VOOR DE VEILIGHEID: vermijd contact met
heet koelwater wanneer u onderhoud pleegt
aan de machine. Verwijder de dop van de
radiateur bij het onderhoud niet als de motor
heet is. Laat de motor afkoelen.
Controleer dagelijks het peil van het koelwater in
het reservoir. Het peil van het koelwater moet
tussen de twee markeringen staan als de motor
koud is. Raadpleeg de fabrikant van het
koelmiddel voor instructies over het mengsel van
water en koelmiddel.
Controleer telkens na 250 bedrijfsuren de
leidingen en klemmen van de radiateur. Zet de
klemmen vast. Vervang beschadigde slangen en
klemmen.
800 4F Diesel 9015991 (2−2017)