Voor ladingen op wielen: activeer de wielblokkering
van rolkarren of machines (indien beschikbaar)
voordat u de laadklep bedient.
De lading moet ALTIJD vastgemaakt zijn tijdens het
stijgen of dalen van de laadklep zodat ze niet kan
verschuiven en van het platform rollen. Het niet
vastmaken van de lading verhoogt het risico op
ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener
of eventuele omstanders.
Wanneer u een transpalletwagen gebruikt, laat de
pallet of de lading dan naar beneden op het
platformoppervlak zakken voordat u de laadklep
bedient.
Voor ladingen die kunnen wegglijden is het gebruik van originele DHOLLANDIA-rolstops of een andere geschikte beveiliging
(bv. spanband) vereist. De lading mag niet kunnen bewegen tijdens de beweging van het platform. Zie 9.8 op pagina 42 voor
het correct gebruik van originele DHOLLANDIA rolstops.
Laat de laadklep NOOIT onbewaakt achter in een geopende stand. Voordat u het voertuig onbewaakt achterlaat, dient u de
deuren van het voertuig te sluiten, het platform in de rijpositie op te bergen en de hoofdstroomschakelaar in de
buitenbedieningskast (indien aanwezig) of de cabineschakelaar UIT te schakelen. Het onbewaakt achterlaten van de laadklep
in een geopende stand kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood van nietsvermoedende omstanders. Zie 9.6 op
pagina 37 voor instructies voor het correct opbergen van het platform in de rijpositie.
Verplaats het voertuig NOOIT met de laadklep in de geopende stand, tenzij deze instructie zou kunnen leiden tot andere
aanzienlijke risico's. Sluit en vergrendel ALTIJD de deuren van het voertuig, berg de laadklep op in de rijpositie en schakel
de hoofdstroomschakelaar in de buitenbedieningskast (indien aanwezig) of de cabineschakelaar UIT voordat u het voertuig
verplaatst. Indien aanwezig, sluit het mechanische platformslot nadat u het platform opgeborgen hebt in de rijpositie. Het niet
correct opbergen van de laadklep in de rijpositie alvorens het voertuig te verplaatsen, kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel
of de dood.
Uitzondering: manoeuvres om een voertuig achteruit in of uit een laadkade te rijden zijn uitgesloten van het voorgaande
verbod. Er wordt sterk aanbevolen dat wagenparkbeheerders een specifieke risicoanalyse uitvoeren van de site en
overeenkomstige instructies geven aan hun chauffeurs. Wanneer aanvaard door uw Preventiedienst voor specifieke sites of
toepassingen, moeten manoeuvres met een open platform overzien worden door een supervisor of gecontroleerd worden via
andere middelen, zoals een achteruitrijcamera en een systeem met sensoren.
Het gebruik van de laadklep in de buurt van verkeer kan leiden tot een ernstig lichamelijk letsel of de dood door een aanrijding
door een ander voertuig. Wanneer u de laadklep bedient in of in de buurt van een straat of parkeerplaats, zorg er dan voor
dat u afstand houdt van het verkeer. Zorg er ALTIJD voor dat u voor andere chauffeurs duidelijk aangeeft dat de laadklep in
gebruik is. Dhollandia beveelt het gebruik van waarschuwingskegels aan om voor chauffeurs duidelijk aan te geven dat de
laadklep in gebruik is. Draag werkkledij in duidelijk zichtbare kleuren en een reflecterend veiligheidshesje wanneer u de
laadklep bedient in de buurt van verkeer.
Laat de laadklep NIET stijgen wanneer de achterste deuren gedeeltelijk geopend zijn. Dit kan de deuren of het platform van
de laadklep beschadigden en leiden tot een ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener of omstanders.
Het belangrijkste is dat u bij de bediening van de laadklep uw GEZOND VERSTAND GEBRUIKT. Gebruik de laadklep NIET
voordat u de inhoud van deze handleiding volledig gelezen en begrepen hebt. Een incorrect gebruik van de laadklep verhoogt
het risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener en omstanders.
DHOLLANDIA
WAARSCHUWING
13