¡ De breedte van de afzuigkap moet minstens over-
eenkomen met de breedte van het kooktoestel.
¡ Om de kookdamp optimaal op te vangen, het appa-
raat in het midden boven de kookplaat monteren.
¡ Als u de kabels bevestigt, ervoor zorgen dat de ma-
ximale afstand tussen de frameafdekking en de bo-
venkant van het apparaat 1,20 m bedraagt.
16.6 Aanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Het apparaat moet op elk gewenst moment van de
stroom kunnen worden afgesloten. Het mag alleen op
een geaarde contactdoos worden aangesloten die vol-
gens de voorschriften is geïnstalleerd.
De netstekker van de netaansluitkabel moet na de
▶
inbouw van het apparaat vrij toegankelijk zijn.
Is dit niet mogelijk, dan moet in de vast geplaatste
▶
elektrische installatie een alpolige scheidingsinrich-
ting volgens de voorwaarden van de overspannings-
categorie III en volgens de opbouwvoorschriften
worden ingebouwd.
De vaste aansluiting mag alleen door een elektricien
▶
worden aangelegd. Wij adviseren een aardlekscha-
kelaar (FI-schakelaar) in de stroomkring naar het
apparaat te installeren.
Scherpe componenten binnen het apparaat kunnen de
aansluitkabel beschadigen.
De aansluitkabel niet knikken of inklemmen.
▶
¡ De aansluitgegevens zijn te vinden op het typeplaat-
je. → Seite 57
¡ De aansluitleiding is ca. 1,30 m lang.
¡ Dit apparaat voldoet aan de ontstoringsvoorschriften
van de EG.
¡ Het apparaat is conform de beschermingsklasse 1.
Daarom het apparaat alleen met een aarddraa-
daansluiting gebruiken.
¡ Het apparaat tijdens de montage niet op de voe-
dingsspanning aansluiten.
¡ Ervoor zorgen dat de bescherming tegen aanraking
door de inbouw is gegarandeerd.
¡ Alleen een daartoe bevoegd vakman mag appara-
ten zonder stekker aansluiten. Voor hem gelden de
bepalingen van de regionale elektriciteitsmaatschap-
pij.
16.7 Algemene aanwijzingen
Neem deze algemene aanwijzingen bij de installatie in
acht.
¡ Bij de installatie moeten de actuele geldige bou-
wvoorschriften en de voorschriften van de plaatseli-
jke stroom- en gasleverancier in acht worden geno-
men.
¡ Bij het afvoeren van afvoerlucht moeten de officiële
en wettelijke voorschriften, zoals bijv. de plaatselijke
bouwverordeningen, in acht worden genomen.
¡ Om het apparaat in het geval van service ongehin-
derd te bereiken, een gemakkelijk toegankelijke
montageplaats kiezen.
¡ De oppervlakken van het apparaat zijn gevoelig. Bij
de montage beschadigingen vermijden.
16.8 Installatie
Plafond controleren
Controleren of het plafond horizontaal is en voldoen-
1.
de draagvermogen heeft.
Het max. gewicht van het apparaat bedraagt 80 kg.
Het apparaat mag niet direct in gipskartonplaten (of
gelijksoortig licht bouwmateriaal) van een vrij han-
gend plafond worden gemonteerd.
De boorgatdiepte overeenkomstig de schroeflengte
2.
boren.
De meegeleverde schroeven alleen voor betonnen
3.
plafonds gebruiken.
Het apparaat met een bevestigingsmateriaal monte-
4.
ren dat voldoende stabiel alsook aan de bouwkundi-
ge situatie en het gewicht van het apparaat is aan-
gepast.
Het uitsnijgedeelte op een voorhanden kabelplaat-
5.
sing van andere apparaten controleren.
Plafond voorbereiden
Om schade te vermijden, de kookplaat afdekken.
1.
De positie van het frame bepalen en hierbij het mid-
2.
den van de kookplaat uitgaand bepalen.
Ervoor zorgen dat zich in het bereik van de borin-
3.
gen geen stroomleidingen, gasleidingen of waterlei-
dingen bevinden.
Vier gaten met een diameter van 6 mm voor de be-
4.
vestiging boren.
De boorgatdiepte overeenkomstig de schroeflengte
5.
boren.
Frame monteren
Twee tegenover elkaar liggende schroeven in het
1.
plafond schroeven tot deze ca. 7 mm uit het plafond
uitsteken.
De juiste positie van de schroeven en van het frame
in acht nemen.
Het frame door de schroeven aan het plafond lei-
2.
den.
Montagehandleiding nl
900 mm
492 mm
61