7.1 Instellingsmodus
Instellingenmodus ingaan
U kunt de instellingenmodus ingaan voordat
een programma start. U kunt de
instelllingenmodus niet ingaan als er een
programma draait.
Om de instellingenmodus in te gaan, drukt u
tegelijkertijd op 30min en ECO en houdt u die
ongeveer 3 seconden vast.
• Het licht dat in verband staat met
en het indicatielampje
• De lampjes
• De lampjes van de
programmaknoppen zijn aan.
Navigeren in de instellingenmodus
U kunt met gebruik van de
programmatoetsen in de instellingenmodus
navigeren.
A
B
A. Vorige toets
B. OK toets
C. Volgende toets
Gebruik Vorige en Volgende om te
schakelen tussen de basisinstellingen en om
hun waarde te wijzigen.
Gebruik OK om in de gekozen instelling te
gaan en de gewijzigde waarde te bevestigen.
Een instelling wijzigen
Zorg dat het apparaat in de instellingsmodus
staat.
1. Druk op Vorige of Volgende totdat het
indicatielampje voor de gewenste
instelling knippert.
Het licht dat in verband staat met
huidige instelwaarde aan:
knipperen.
,
en
zijn aan.
C
geeft de
• Voor de instellingen met twee
waarden (aan en uit) is het licht ofwel
aan (= de instelling staat aan) of uit (=
de instelling staat uit).
• Voor de instellingen met meerdere
waarden (niveaus) knippert het licht.
Het aantal knipperingen geeft de
huidige instelwaarde aan (bijv. 5
knipperingen + pauze + 5
knipperingen... = niveau 5).
2. Druk op OK om de instelling te
bevestigen.
• Het indicatielampje dat verband houdt
met de instelling gaat aan.
• De andere indicatielampjes gaan uit.
• Het licht dat in verband staat met
geeft de huidige instelwaarde aan.
3. Druk op Vorige of Volgende om de
waarde te veranderen.
4. Druk op OK om de instelling te
bevestigen.
• De nieuwe instelling is opgeslagen.
• Het apparaat keert terug naar de
instellingenkeuze.
5. Druk tegelijkertijd op 30min en ECO en
houd ze ongeveer 3 seconden ingedrukt
om de instellingenmodus te verlaten.
Het apparaat keert terug naar de
programmakeuze.
Opgeslagen instellingen blijven geldig totdat
u ze opnieuw wijzigt.
7.2 De waterontharder
De waterontharder verwijdert mineralen van
de watertoevoer die een nadelige invloed
hebben op de wasresultaten en het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen,
des te harder is je water. Waterhardheid
wordt gemeten in gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden aangepast
aan de hardheid van het water in jouw
omgeving. Je plaatselijke waterleidingbedrijf
kan je adviseren over de hardheid van het
water in jouw omgeving. Stel het juiste niveau
van de waterontharder in, teneinde goede
wasresultaten te garanderen.
NEDERLANDS
11