Installatie
WAARSCHUWING!
► Uitsluitend aan te sluiten op drinkwatervoorziening. Het waterfilter filtert alleen
verontreinigingen in het water en maakt ijs schoon en hygiënisch. Het kan ziektekiemen of
andere schadelijke stoffen niet steriliseren of vernietigen.
► Te hoge waterdruk in de slang kan het apparaat beschadigen. Installeer een drukregelaar
wanneer de waterdruk in de slang hoger dan 0,6 MPa is.
► Controleer vóór het aansluiten of het water schoon en helder is.
Let op: Wateraansluiting
► De druk van het koude water moet 0,15–0,6 MPa zijn.
► De maximaal toegestane lengte van de waterslang is 8 meter. Langere slangen zullen de
ijsblokjes en het koude water beïnvloeden.
► De omgevingstemperatuur moet minimaal 0°C zijn.
► Houd de waterslang uit de buurt van warmtebronnen.
1. Snijd de pijp in twee stukken met de benodigde lengte
om het filter (A) te verbinden met het apparaat (B1) en
de waterkraan (B2) (afb. 10.8-1). Zorg ervoor dat u een
vierkante opening snijdt met een scherp mes.
2. Steek de buis (B1) ongeveer 12 mm diep in de
bevestiging van het waterfilter (A) (afb. 10.8-2). Zorg
dat u het filter in de juiste richting installeert. De pijl
toont de richting van de waterstroom.
3. Bevestig de buis met een vergrendelingsklem (C) zoals
in afb. 10.8-3.
4. Herhaal stap 2 en 3 met de buis (B2) aan de andere kant
van het filter.
5. Sluit het uiteinde van de buis (B2) aan op een van de
adapters 'D' of 'E' en 'F' die past op de waterleiding
(afb. 10.8-4).
6. Sluit het uiteinde van B1 aan op de klep aan de
achterkant van het apparaat (afb. 10.8-5).
7. Open de waterkraan om te controleren of het systeem
lekvrij is en spoel de buis door.
WAARSCHUWING!
► Zorg er altijd voor dat de aansluitingen stevig, droog en lekvrij zijn!
► Zorg dat de slang niet geplet, geknikt of verdraaid wordt.
38
NL