8
Buiten bedrijf stellen
1.
Bedrijfsschakelaar in stand "0" (uit) scha-
kelen (zie afbeelding [A] in Afb. 16).
2.
Brandstofvoorzieing blokkeren (zie afbeel-
ding [B] in Afb. 16).
3.
Bij langere stilstandtijden de apparaten los-
koppelen van de stroomvoorziening (zie
afbeelding [C] in Afb. 16).
B
A
Afb. 16: Buiten bedrijf stellen
De toevoerventilator draait voor de afkoeling van
de verbrandingskamer en de warmtewisselaar
verder en schakelt pas na voldoende afkoeling uit.
De ventilator kan tot het definitief uitschakelen
meerdere keren starten.
AANWIJZING!
De stroomaansluiting nooit voor beëindiging
van de gehele nakoelfase onderbreken. Voor
schade aan de apparaten door oververhitting
kan geen aanspraak op garantie worden
gemaakt.
De branderinstelling moet na elke locatiewissel
worden gecontroleerd en evt. aan de nieuwe
omgevingsvoorwaarden alsook atmosferische
omstandigheden opnieuw worden aangepast.
9
Voor alle werkzaamheden aan de apparaten
moet de voedingsstekker uit de contactdoos
zijn verwijderd.
Reparatiewerkzaamheden resp. wijzigingen
aan de elektrische installatie en de toevoerlei-
ding mogen om wille van veiligheidsredenen
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalifi-
ceerd personeel.
C
Het apparaat is volgens de modernste productie-
methoden geproduceerd en meerdere keren op
een probleemloze werking gecontroleerd. Mochten
desondanks toch storingen ontstaan, controleer
dan de werking van het apparaat volgens de
onderstaande lijst. Zijn alle controles uitgevoerd en
werkt het apparaat nog steeds niet probleemloos,
neem dan contact op met een gespecialiseerd
bedrijf.
Het apparaat start niet
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Verhelpen van storingen
en klantenservice
GEVAAR!
Controleer de stroomaansluiting.
De bedrijfsschakelaar in stand "I" (ver-
warmen) zetten.
Het storingslampje "Bedrijf" op het bedie-
ningspaneel moet branden.
De brugstekker of evt. de stekker van de
ruimtethermostaat op juiste bevestiging resp.
contact controleren.
De instelling van de ruimtethermostaat con-
troleren. De ingestelde temperatuur moet
hoger zijn dan de beschikbare ruimtetempe-
ratuur.
Controleer of de veiligheidstemperatuurbe-
grenzer (VTB) is geactiveerd. Hiertoe moet
de beschermkap, deze bevindt zich naast het
bedieningspaneel, worden verwijderd.
Voor een VTB-reset moet absoluut de oor-
zaken worden geanalyseerd en worden ver-
holpen. De volgende oorzaken kunnen evt.
mogelijk zijn:
- De apparaten kunnen niet nakoelen als de
elektrische aansluiting onderbroken is
geweest.
- Te hoge uitblaastemperatuur door ondes-
kundige luchtgeleiding bij slangbedrijf.
- Geen vrije resp. voldoende luchtin- of lucht-
uitlaat beschikbaar.
21