B
A
Afb. 5: Posities van de bedrijfsschakelaar
Bedieningspaneel
3
5
4
Afb. 6: Bedieningspaneel
1
Thermostaatcontactdoos
2
Brugstekker
3
Bedrijfsschakelaar
4
Controlelampje, groen "bedrijf"
5
Controlelampje, rood "branderstoring"
6
Ontstoringsknop "brander"
7
Netkabel met stekker
Verwarmen zonder ruimtethermostaat
De apparaten werken in continu bedrijf.
1.
De meegeleverde brugstekker [2] met de
thermostaatcontactdoos [1] op het apparaat
verbinden. (zie Afb. 7)
2.
De bedrijfsschakelaar in stand "I" (aan)
zetten. (zie afbeelding [B] in Afb. 5)
1
Afb. 7: Brugstekker en thermostaatcontactdoos
C
1
7
6
2
2
Verwarmen met ruimtethermostaat (acces-
soires)
De apparaten werken volledig automatisch en zijn
afhankelijk van de ruimtetemperatuur.
1.
De brugstekker [2] loskoppelen.
2.
De stekker [3] van de kamerthermostaten [4]
verbinden met de thermostaatcontactdoos [1]
van het apparaat.
1
3.
De ruimtethermostaat [4] op de juiste plaats
in de ruimte plaatsen. De thermostaatsensor
mag zich niet in directe warmeluchtstroom
bevinden en mag ook niet direct op een
koude ondergrond worden geplaatst.
4.
Op de ruimtethermostaat [4] de gewenste
temperatuur instellen.
4
5.
Bedrijfsschakelaar in stand "I" (verwarmen)
zetten. (zie afbeelding [B] in Afb. 5)
Bij warmtebehoefte en na een korte brandervoor-
ventilatie start het apparaat en werkt vervolgens
volledig automatisch.
Ventileren
In deze stand draait de toevoerventilator in continu
bedrijf. De apparaten kunnen worden gebruikt voor
luchtcirculatie of ventilatiedoeleinden.
Schakel de bedrijfsschakelaar in stand "II" (venti-
leren) - (zie afbeelding [C] in Afb. 5).
In deze bedrijfsmodus is een thermostatische
regeling alsook verwarmingsbedrijf niet mogelijk.
3
17