Vereiste groottes van het mondstuk
De keuze van het vereiste oliemondstuk is afhan-
kelijk van de pompdruk en het vermogen van het
apparaat. Er mag uitsluitend een voor de desbe-
treffende verbrandingskamergeometrie en het vrij-
gegeven mondstuk met overeenkomstige spuit-
hoek en conuseigenschappen worden gebruikt. De
vereiste grootte van het mondstuk kunt u vinden in
de technische gegevens.
Luchtinlaatmondstuk
Door het verstelbare luchtinvoermondstuk [A] kan
afhankelijk van de weerstand van de verbrandings-
kamer en de schoorsteentrek de vereiste blaas-
druk worden ingesteld, zonder dat de uitgangsdia-
meter hiermee wordt gewijzigd.
1.
De inbusschroef [B] losdraaien.
2.
Het luchtinlaatmondstuk [A] op de gewenste
positie (let op de pijl!) draaien.
"min" = kleinere blaasdruk
"max" = grotere blaasdruk
A
B
Afb. 11: Instellen van blaasdruk door middel van
luchtinlaatmondstuk
Montagegrondplaat
Na het succesvol vervangen van het mondstuk en
evt. het opnieuw afstellen van het luchtinlaatmond-
stuk A wordt de montagegrondplaat M weer in
omgekeerde volgorde gemonteerd.
Instellen van de secundaire lucht (mondstukin-
stelling)
1
Afb. 12: Instellen van de secundaire lucht
De voorinstelling van de secundaire lucht kunt u
als volgt uitvoeren:
Met de stelschroef [1] de sproeierbuis [2] op de
gewenste waarde instellen.
(Draaiingen zie Afb. 14)
CLK 80-RV
Linksom draaien (-)
= kleinere schaalwaarde hogere druk achter de
ophopingsschijf onderste vermogensbereik
Rechtsom draaien (+)
= hogere schaalwaarde lagere druk achter de
ophopingsschijf bovenste vermogensbereik
Afb. 13: Draaiingen van de stelschroef
CLK 170-RV
Linksom draaien (+)
= hogere schaalwaarde lagere druk achter de
ophopingsschijf bovenste vermogensbereik
Rechtsom draaien (-)
= kleinere schaalwaarde hogere druk achter de
ophopingsschijf onderste vermogensbereik
Afb. 14: Draaiingen van de stelschroef
2
19