REMKO serie CLK
Voor het bedrijf van het apparaat met menglucht is
het noodzakelijk om de als accessoire verkrijgbare
aanzuigsteunen te monteren. Om voor voldoende
luchtdoorvoer te zorgen, mag het tweede aanzui-
grooster niet worden afgedekt.
Circulatiebedrijf:
Voor het bedrijf van het apparaat met 100% lucht-
circulatie is het noodzakelijk om twee als acces-
soire verkrijgbare aanzuigsteunen in plaats van de
2 aanzuigroosters af fabriek te monteren.
Paraffinevorming bij lage buitentemperaturen
Ook bij lagere buitentemperaturen moet altijd een
goed vloeibare stookolie in voldoende hoeveelheid
ter beschikking staan.
n
Paraffinevorming kan al bij temperaturen onder
van 5 °C ontstaan
n
Om dit te vermijden, moeten preventieve maat-
regelen worden getroffen.
bijv. winterharde stookolie EL of winter-
diesel, verwarmde olietank, geïsoleerde
olieleidingen enz.
n
Er moet in acht worden genomen dat een pro-
bleemloze werking van de multiflex-olieverwar-
ming uitsluitend kan worden gewaarborgd als
het apparaat al voor het starten gedurende een
langere periode is voorzien van spanning
n
Het is niet mogelijk om met de verwarming de
reeds aanwezige paraffine-afzetting te ver-
helpen. Mocht zich reeds paraffine hebben
gevormd, moet het volledige brandstofsysteem
worden gereinigd
Paraffinevorming kan reeds plaatsvinden bij
temperaturen onder 5 °C. Hiervoor moeten de
juiste maatregelen worden getroffen, bijv. win-
terdiesel.
16
7
Inbedrijfstelling
7.1 Inbedrijfstelling van het appa-
raat
Met de bediening en bewaking van het apparaat
moet een persoon worden belast die voldoende is
geïnstrueerd over de overeenkomstige omgang
met het apparaat.
Verbind het apparaat met de stroomvoorziening
De elektrische aansluiting geschiedt via een net-
kabel met stekker.
Stroomvoorziening:
CLK 80-RV: 230V/1~/50Hz
CLK 170-RV: 400V/3~N/50Hz
De apparaten zijn onderling verbonden via een
automatische draairichtingscontrole van de ven-
tilatormotor.
1.
Bedrijfsschakelaar in positie "0" (uit) zetten.
(zie afbeelding [A] in Afb. 5)
2.
De voedingsstekker met een juist geïnstal-
leerde en voldoende afgeschermde contact-
doos verbinden
De elektrische aansluiting van de apparaten
moet op een aansluitpunt met aardlekschake-
laar volgens VDE 0100, deel 55 geschieden.
3.
Alle afsluitkranen van de olievoorziening
openen. Bij de eerste inbedrijfstelling kan
de lucht in de leidingen leiden tot een sto-
ringsuitschakeling van de brander.
VOORZICHTIG!
Alle kabelverlengingen mogen alleen in uit-
resp. afgerolde toestand worden gebruikt.