Inhoudsopgave
Advertenties
4|Productbeschrijving
4
26 | BA 75
4.6.2 Tijdmodus
|
• Hiermee stelt u de gewenste verhittingstijd in.
• Verhitten van het werkstuk gedurende de gedefinieerde tijd.
• Bedrijfsmodus gebruiksklaar, als al bekend is hoe lang het duurt voordat
een bepaald werkstuk tot een bepaalde temperatuur is verhit.
• Er is geen temperatuursensor nodig omdat de temperatuur niet wordt be-
waakt.
• Als 1 of meer temperatuursensoren zijn aangesloten, wordt de werkstuk-
temperatuur weergegeven, maar niet bewaakt.
• Na het verhittingsproces wordt het werkstuk automatisch gedemagneti-
seerd.
Om de verhittingstijd voor een werkstuk te bepalen, wordt het werkstuk in
temperatuurmodus tot de gewenste temperatuur verhit. De tijd die daarvoor
nodig is, wordt als verhittingstijd genoteerd.
Het voordeel van de tijdmodus ten opzichte van de temperatuurmodus is dat
de temperatuursensor niet nodig is. De tijdmodus is daarom bijzonder geschikt
in de volgende situaties:
• Seriematige montage:
Let er echter wel op dat bij het vaststellen van de verhittingstijd de heersen-
de uitgangstemperatuur ook bij de seriemontage wordt aangehouden.
• In geval van een defecte temperatuursensor:
Controleer in dit geval continu de actuele temperatuur met een externe
thermometer.
• Voor werkstukken die te groot zijn:
Indien het gewicht hoger is dan het maximum gewicht voor liggende werk-
stukken, moet het werkstuk vrij hangend worden verwarmd, zodat de in-
ductieverhitter niet mechanisch wordt overbelast. Aangezien de thermische
belasting op de grens ligt, zijn er fouten gemeld in de temperatuurmodus,
omdat de temperatuurstijging te laag is.
Nadat de ingestelde verwarmingstijd is verstreken, start de inductieverhitter
automatisch de demagnetisatie van het werkstuk. Na demagnetisatie klinkt er
permanent een signaaltoon.
4.6.3 Temperatuur- of tijdmodus
• Hiermee stelt u de gewenste temperatuur van het werkstuk en de gewenste
verwarmperiode in. De verhitter wordt uitgeschakeld zodra een van de twee
instellingen (tijd of temperatuur) bereikt of verstreken is.
• Hiermee stelt u de gewenste verwarmtemperatuur in.
• Het werkstuk verwarmen tot de ingestelde temperatuur.
• Verhitten vindt zo snel mogelijk plaats.
• Bewaking van de werkstuktemperatuur tijdens het gehele proces.
• Kies tussen enkele meting en Delta-T-meting onder [Systeeminstellingen].
• Er zijn 1 of meer temperatuursensoren nodig die op het werkstuk worden
bevestigd. T1 (temperatuursensor 1) is de hoofdsensor en regelt het verhit-
tingsproces.
• Na het verhittingsproces wordt het werkstuk automatisch gedemagneti-
seerd.
|
Schaeffler
Advertenties
Inhoudsopgave
