2|Algemene veiligheidsbepalingen
2
12 | BA 75
2.7.3 Opslag
|
De verhitter moet altijd onder de volgende omgevingsomstandigheden wor-
den opgeslagen:
• Luchtvochtigheid minimaal 5 %, maximaal 90 %, niet condenserend
• Beschermd tegen zonlicht en UV-straling
• Geen explosiegevaarlijke omgeving
• Geen chemisch agressieve omgeving
• Temperatuur van 0 °C (+32 °F) bis +50 °C (+122 °F)
Als het verhittingsapparaat onder de verkeerde omstandigheden wordt opge-
slagen, zijn de waarschijnlijke gevolgen beschadiging van de elektronica, corro-
sie van de staaf en/of contactvlakken (polen) van de U-vormige kern en vervor-
ming van de kunststof behuizing.
2.7.4 Inbedrijfstelling
Het verhittingsapparaat mag niet worden gemodificeerd.
Er mogen uitsluitend originele toebehoren en vervangende onderdelen wor-
den gebruikt.
Het verhittingsapparaat mag alleen worden gebruikt in gesloten, goed geventi-
leerde ruimten.
Bij mobiele uitvoeringen moeten na een verplaatsing altijd de remmen van de
stuurrollen worden vastgezet.
De voedingskabel mag niet door de U-vormige kern worden geleid.
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op de juiste voedingsspanning,
zie typeplaatje.
2.7.5 Gebruik
|
Het verhittingsapparaat mag uitsluitend onder de volgende omstandigheden
worden gebruikt:
• Gesloten ruimte
• Een stevige en vlakke ondergrond
• Luchtvochtigheid minimaal 5 %, maximaal 90 %, niet condenserend
• Geen explosiegevaarlijke omgeving
• Geen chemisch agressieve omgeving
• Temperatuur van 0 °C (+32 °F) bis +50 °C (+122 °F)
Een werkstuk mag niet worden verhit als het de maximaal toelaatbare massa
overschrijdt.
Een werkstuk mag niet worden verhit als het onder de minimaal toegestane af-
metingen valt of de maximaal toegestane afmetingen overschrijdt. u73|13.
Een werkstuk met een gewicht van meer dan 23 kg moet met 2 personen of
met een geschikt hefmiddel worden verplaatst.
Een werkstuk met een gewicht van meer dan 46 kg moet met een geschikt hef-
middel worden verplaatst.
Een werkstuk mag niet aan kabels of kettingen van ferromagnetisch materiaal
hangen wanneer het wordt verhit.
Tijdens het verhitten moet de gebruiker een afstand van ten minste 1 m ten
opzichte van het apparaat aanhouden.
|
Schaeffler