2.7.6 Onderhoud
2.7.7 Afvalverwijdering
2.7.8 Aanpassingen
Schaeffler
De U-vormige kern en de staaf mogen niet in contact komen met metalen on-
derdelen. Voorwerpen van ferromagnetisch materiaal moeten op een afstand
van ten minste 1 m vanaf het verhittingsapparaat worden weggelegd.
Support-, zwenk- en staande staven mogen niet zelf worden geproduceerd of
bewerkt.
De inductieverhitter mag alleen worden ingeschakeld wanneer de support-,
zwenk- of staande staaf correct is geplaatst.
De horizontale-, zwenk- en staande staaf mogen nooit worden verwijderd tij-
dens het verhitten.
Tijdens het verhitten van een onderdeel mag het apparaat nooit worden uitge-
schakeld met de hoofdschakelaar.
Rook of damp die bij het verhitten ontstaat, mag niet worden ingeademd. Er
moet een geschikte afzuiginstallatie worden geïnstalleerd als er tijdens het ver-
hitten rook of damp vrijkomt.
Het verhittingsapparaat moet met de hoofdschakelaar zijn uitgeschakeld wan-
neer deze niet wordt gebruikt.
|
Het opwarmapparaat moet worden losgekoppeld van de netvoeding voordat
er onderhoud aan wordt uitgevoerd. Door de netstekker uit het stopcontact te
trekken, wordt het apparaat losgekoppeld van de netvoeding.
De lokaal geldende voorschriften moeten in acht worden genomen.
|
Het opwarmapparaat mag niet worden aangepast.
2.8 Werkzaamheden aan het elektrische systeem
Alleen een elektrotechnicus kan op basis van zijn/haar vaktechnische opleiding,
kennis en ervaring alsmede zijn/haar kennis van de desbetreffende bepalingen
de werkzaamheden aan het elektrische systeem vakkundig uitvoeren en moge-
lijke gevaren herkennen.
Algemene veiligheidsbepalingen|2
|
2
|
BA 75 | 13