2.7.1 Instructies volgen
2.7.2 Transport
Schaeffler
2.5 Veiligheidsvoorzieningen
Om de gebruiker van de inductieverhitterr te beschermen, zijn de volgende vei-
ligheidsvoorzieningen aangebracht:
• Als de omgevingstemperatuur stijgt boven de +70 °C, dan schakelt het ap-
paraat zichzelf uit.
• De temperaturen van de spoel worden continu bewaakt. De thermische be-
veiliging stopt het proces voordat de spoel oververhit raakt.
• Als bij gebruik van een temperatuurmodus binnen een door de fabrikant
vastgestelde periode een temperatuurstijging van 1 °C niet wordt bereikt,
schakelt de verhitter zichzelf uit. Op het display wordt de volgende foutmel-
ding weergegeven: [Geen temperatuurstijging gemeten].
• Modellen met een scharnierarm hebben een positioneringsnok als veilig-
heidsvoorziening.
2.6 Persoonlijke beschermingsmiddelen
Voor bepaalde werkzaamheden aan het product is het dragen van persoonlijke
beschermingsmiddelen vereist. De persoonlijke beschermingsmiddelen be-
staan uit:
e3 Vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Beschermende handschoenen, hittebesten-
dig tot +250 °C (+482 °F)
Veiligheidsschoenen
2.7 Veiligheidsvoorschriften
De volgende veiligheidsvoorschriften moeten tijdens werkzaamheden met de
verhitter in acht worden genomen. Overige verwijzingen naar gevaren en con-
crete gedragsinstructies zijn bijvoorbeeld te vinden in de
hoofdstukken u44|6 en u46|7.
Volg altijd de instructies in deze handleiding.
|
Het opwarmapparaat mag niet direct na het opwarmen worden verplaatst.
Algemene veiligheidsbepalingen|2
|
Gebodsteken volgens DIN EN ISO 7010
|
|
|
BA 75 | 11
2