Nederlands
Probleemoplossing
TOO LO: De batterijspanning ligt onder het aangegeven
bedrijfsbereik (< 6,00 V voor een 6V-batterij of <12,00 V voor een
12V-batterij).
Opmerking: Als de batterij onder de 5,5 V ligt, werkt het
testapparaat niet.
TOO HI: De batterijspanning ligt boven het aangegeven
bedrijfsbereik (< 6,90 V voor een 6V-batterij of <13,80 V voor een
12V-batterij).
999 (of 9999 als op ENTER is gedrukt): De batterij heeft het
aangegeven bereik overschreden. Zie onder 'Specificaties' welk
bedrijfsbereik de tester heeft.
Extreme elektromagnetische storingen kunnen ertoe leiden dat de
tester wordt gereset. Als de tester tijdens het testen reset, koppelt
u hem los van de batterij, sluit u hem weer aan en start u het
testproces opnieuw.
Een geleidings-referentiewaarde vastleggen
De batterijprestatie hangt van de temperatuur af. Voor het testen
moeten de batterijen kamertemperatuur bereiken - idealiter rond
25 °C (77 °F). De compensatiefactor is in de volgende schalen voor
de batterijtemperatuurcompensatie aangegeven.
Omdat de geleidingswaarde een relatieve waarde is, moet u eerst
een referentiewaarde bepalen door een steekproef van nieuwe
batterijen te nemen. Om een referentiewaarde te bepalen, wordt
het gemiddelde van tenminste tien volledig opgeladen batterijen
van dezelfde of gelijksoortige modellen vastgelegd, bij voorkeur
binnen 90 dagen vanaf de installatie. GS Yuasa beveelt aan dat
alle batterijen met een afwijking van 20% worden getest (+/–10%
van de gemiddelde waarde). (Informeer bij de leverancier van
de batterijen naar de geleidingswaarden). Als er geen nieuwe
batterijen beschikbaar zijn, wordt de gemiddelde waarde van de
geïnstalleerde batterijen van dezelfde of gelijksoortige modellen
ongeacht de leeftijd vastgelegd. Als de geïnstalleerde batterijen
binnen 10% van elkaar afwijken, kan de hoogste waarde worden
gebruikt als tijdelijke referentie totdat er nieuwe batterijen
beschikbaar zijn om te worden getest.
101