M3.19.
I61 | I-factor modulerende afsluiter
| Fabrieksinstelling 2,0 | Min. 0,0 | Max. 25,0 | +/- 0,1 |
Alleen zichtbaar in Systeemconfiguratie 3 en 9.
ä
Let op!
De instelling niet wijzigen, als u geen kennis heeft van een PI-
regeling.
Een verkeerde instelling kan leiden tot een instabiele werking
van de warmtepomp, en daarmee tot een onjuiste
brontemperatuur.
De I-factor (%) regelt de nauwkeurigheid om de klepstand van de
modulerende afsluiter (V11) aan te passen.
Deze temperatuurafwijking per minuut, zorgt dat de klepstand
minder of meer wordt geopend om de brontemperatuur stabiel te
houden.
Het naar boven aanpassen van deze instelling kan een onstabiele
brontemperatuur veroorzaken.
M3.20.
I62 | Looptijd modulerende afsluiter
| Fabrieksinstelling 150 | Min. 1 | Max. 600 | +/- 1 |
Alleen zichtbaar in Systeemconfiguratie 3 en 9.
De looptijd (seconden) start wanneer de modulerende afsluiter (V11)
wordt geopend. De compressor wordt pas ingeschakeld nadat deze
looptijd is verstreken.
Deze functie voorkomt het starten van de compressor, terwijl de
afsluiter nog niet volledig is geopend.
M3.21.
I63 | Schakeldifferentie storing T13
| Fabrieksinstelling -6,0 | Min. -10,0 | Max. 10,0 | +/-
0,1 |
Wanneer de temperatuursensor Boiler laag T3 van het voorraadvat
(T13) in storing is, wordt met de schakeldifferentie (°C) de
temperatuur voor deze sensor berekend.
Berekening
Berekende tapwatertemperatuur T13 =
Schakeldifferentie storing T13.
Tapwatertemperatuur T12 +
M3.22.
I64 | Schakeldifferentie storing T12
| Fabrieksinstelling 5,0 | Min. -10,0 | Max. 10,0 | +/-
0,1 |
Wanneer de temperatuursensor Boiler hoog T2 van het voorraadvat
(T12) in storing is, wordt met de schakeldifferentie (°C) de
temperatuur voor deze sensor berekend.
Berekening
Berekende tapwatertemperatuur T12 =
Schakeldifferentie storing T12.
M3.23.
I65 | Offset tapwatertemperatuur
| Fabrieksinstelling 1,0 | Min. 0,0 | Max. 10,0 | +/- 0,1 |
De tapwaterverwarming schakelt uit als de tapwatertemperatuur in
het voorraadvat gelijk is aan de gewenste Tapwatertemperatuur
plus de Offset tapwatertemperatuur (°C).
De gebruikte tapwatertemperatuursensor is afhankelijk van de
instelling Tapwatercomfort CON1
Met deze instelling kan een afwijking van de temperatuursensor
worden gecorrigeerd.
Berekening
Tapwatertemperatuur voorraadvat
Offset tapwatertemperatuur I65.
*) T12 (T2) bij ECO; T13 (T3) bij MAX.
M3.24.
I66 | Schakeldifferentie
tapwatertemperatuur
| Fabrieksinstelling 2,0 | Min. 0,0 | Max. 20,0 | +/- 0,1 |
De tapwaterverwarming schakelt in als de tapwatertemperatuur in
het voorraadvat lager is dan de gewenste Tapwatertemperatuur
plus de Offset tapwatertemperatuur minus de Schakeldifferentie
tapwatertemperatuur (°C).
De gebruikte tapwatertemperatuursensor is afhankelijk van de
instelling Tapwatercomfort CON1
Berekening
Tapwatertemperatuur voorraadvat
Offset tapwatertemperatuur I65 - Schakeldifferentie
tapwatertemperatuur I66.
*) T12 (T2) bij ECO; T13 (T3) bij MAX.
Tapwatertemperatuur T13 +
(ECO
of MAX).
(*)
=
Tapwatertemperatuur I4 +
(ECO
of MAX).
(*)
Tapwatertemperatuur I4 +
˂
47