Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Itho Daalderop BWP Handleiding pagina 44

Booster
Inhoudsopgave

Advertenties

M3.1.
I1 | Systeemconfiguratie
| Fabrieksinstelling 0 | 0 / 2 / 3 / 7 / 9 | +/- |
Kies de geïnstalleerde systeemconfiguratie.
Voor meer informatie, zie Principeschema's systeemconfiguratie op
pagina 18.
0
Geen systeemconfiguratie
2
Booster Warmtepomp (BWP 20).
Booster Warmtepomp (BWP 20)
3
+geregelde en beveiligde brontemperatuur naar de
warmtepomp.
Booster Warmtepomp (BWP 20VV)
7
+voorverwarmer.
Booster Warmtepomp (BWP 20VV)
9
+voorverwarmer +geregelde en beveiligde
brontemperatuur naar de warmtepomp.
M3.2.
I2 | Instroompunt voorraadvat
| Fabrieksinstelling 1 | 0 / 1 | +/- |
Alleen zichtbaar in Systeemconfiguratie 2 en 3.
De locatie waar het tapwater vanuit de warmtepomp in het
voorraadvat stroomt.
Afhankelijk van het instroompunt wordt de minimale
laadtemperatuur bepaalt.
0
Instroom bovenzijde voorraadvat
1
Instroom onderzijde voorraadvat
ä
Let op!
Gebruik een Itho Daalderop WPV voorraadvat vanwege het
instroompunt onderin, en daardoor een hoger rendement.
M3.3.
I3 | Minimale laadtemperatuur tapwater
| Fabrieksinstelling 32 of 57 | Min. 32 | Max. 70 | +/- 1 |
De minimale laadtemperatuur (°C) van het voorraadvat.
Deze temperatuur is afhankelijk van de instelling "I2 Instroompunt
voorraadvat".
Instroom bovenzijde voorraadvat:
fabrieksinstelling 57 °C.
Instroom onderzijde voorraadvat:
fabrieksinstelling 32 °C.
44
M3.4.
I5 | Minimale brontemperatuur
voorverwarmen
| Fabrieksinstelling 50 | Min. 30 | Max. 70 | +/- 1 |
Alleen zichtbaar in Systeemconfiguratie 7 en 9.
De minimale watertemperatuur (°C) van de bron om het tapwater te
verwarmen met alleen de voorverwarmer.
Verhoog de temperatuurinstelling als de bron geschikt is voor het
leveren van een hogere temperatuur naar de warmtepomp; zoals
bijvoorbeeld overdag met een zonthermisch bronsysteem.
Een hogere brontemperatuur geeft een hoger rendement bij
tapwaterverwarming.
M3.5.
I8 | Minimale brontemperatuur
| Fabrieksinstelling 14 | Min. 14 | Max. 40 | +/- 1 |
De minimale watertemperatuur (°C) van de bron om het tapwater te
verwarmen.
Verhoog de temperatuurinstelling als de bron geschikt is voor het
leveren van een hogere temperatuur naar de warmtepomp; zoals
bijvoorbeeld overdag met een zonthermisch bronsysteem.
Een hogere brontemperatuur geeft een hoger rendement bij
tapwaterverwarming.
M3.6.
I9 | Legionellapreventietemperatuur
| Fabrieksinstelling 60 | Min. 50 | Max. 65 | +/- 1 |
De minimale tapwatertemperatuur (°C) in het voorraadvat tijdens
het uitvoeren van de functie LEGIONELLAPREVENTIE.
ä
Let op!
Stel deze temperatuur nooit lager in dan 60 °C.
Vanaf deze temperatuur worden eventueel aanwezige bacteriën
gedood.
M3.7.
I14 | Anti-kalktemperatuur
| Fabrieksinstelling 70 | Min. 30 | Max. 70 | +/- 1 |
Om kalkafzetting te voorkomen zal de tapwaterpomp, na
opwarming van het voorraadvat, op laagstand blijven draaien tot de
tapwatertemperatuur (°C) in het voorraadvat onder deze ingestelde
waarde komt.
Tip
Itho Daalderop adviseert om de anti-kalktemperatuur lager in te
stellen (˂50°C) bij een waterhardheid ˃12°dH.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Bwp 20Bwp 20vv

Inhoudsopgave