9. Storingen
9.1. Wat te doen bij een storing?
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt opgestart,
verschijnt altijd storing 1 op het display omdat de
systeemconfiguratie niet is ingesteld.
Als er meer dan één storing aanwezig is, worden deze afwisselend
in het display getoond.
De meeste storingen zijn niet-blokkerende storingen. Dit
●
betekent dat wanneer de oorzaak van de storing is hersteld, de
warmtepomp weer normaal functioneert.
De storingen 10 en 11 zijn blokkerende storingen. Nadat de
●
storingen is verholpen moet de warmtepomp gereset worden.
Probeer een storing te verhelpen door het toestel te resetten.
Tip
Blijft het toestel in storing of treedt dezelfde storing meerdere
malen op, neem dan contact op met uw installateur of
serviceorganisatie.
Resetten warmtepomp
U kunt de warmtepomp op de volgende manieren resetten:
Druk in de bedrijfsstatus op de knop
●
Min; of
Maak de warmtepomp 20 seconden spanningsloos en steek de
●
stekker opnieuw in de wandcontactdoos.
52
Esc
en daarna op de knop