Satellietinformatie
De indicator
als u een kaart bekijkt. Als het apparaat een GPS-
verbinding tot stand probeert te brengen, zijn de cirkels
geel en knippert het pictogram. Als het apparaat genoeg
gegevens van de satellieten heeft ontvangen om de
coördinaten van uw huidige locatie te berekenen, stopt
het pictogram met knipperen en wordt het groen.
Als u wilt controleren hoeveel satellieten uw apparaat
heeft gevonden, en of uw apparaat signalen van
satellieten ontvangt, selecteert u
Kaartopties
> Satellietinfo.
Als uw apparaat satellieten heeft gevonden, wordt voor
elke satelliet een balk weergegeven in de weergave
Satellietinfo. Hoe langer de balk, hoe sterker het
satellietsignaal. Als uw apparaat voldoende gegevens
heeft ontvangen van het satellietsignaal om de
coördinaten van uw locatie te berekenen, wordt de balk
zwart.
Uw apparaat heeft aanvankelijk de signalen van ten
minste vier satellieten nodig om de coördinaten van uw
locatie te berekenen. Zodra de eerste berekeningen zijn
voltooid, is het mogelijk het berekenen van de
coördinaten van uw locatie met drie andere satellieten
voort te zetten. Het resultaat is echter over het algemeen
nauwkeuriger als meer satellieten worden gevonden.
Kaarten bekijken
De gedetailleerdheid van de kaarten verschilt per land.
Als u de toepassing Kaarten opent, zoomt Kaarten in op de
96
locatie die bij het laatste gebruik was opgeslagen. Als u de
wordt op het scherm weergegeven
Opties
>
laatste keer geen positie heeft opgeslagen, zoomt de
toepassing Kaarten in op de hoofdstad van het land waarin
u zich bevindt, gebaseerd op de gegevens die het apparaat
van het mobiele netwerk ontvangt. Tegelijkertijd wordt
de kaart van deze locatie gedownload, als dit bij
voorgaand gebruik nog niet was gebeurd.
Als u een GPS-verbinding tot stand wilt brengen en op uw
huidige locatie wilt inzoomen, selecteert u
Plaats zoeken
GPS-positie
>
wordt op de kaart aangegeven door
Als u wilt navigeren op de kaart, gaat u omhoog, omlaag,
naar links of naar rechts.
Als u wilt in- of uitzoomen, drukt u op * of #.
Als u wilt wisselen tussen 2D- en 3D-weergave, selecteert
u
Opties
Kaartopties
>
Als u een locatie wilt zoeken, selecteert u
zoeken.
Als u een locatie op de kaart wilt gebruiken, bijvoorbeeld
als beginpunt om naar plekken in de buurt te zoeken, om
een route te plannen, om de details van de locatie weer te
geven, of om navigatie te starten (extra dienst), drukt u
op de navigatietoets en selecteert u de gewenste optie.
Als u wilt definiëren welke interessante locaties worden
weergegeven op de kaart, selecteert u
Kaartopties
> Categorieën.
Als u een schermafbeelding van uw locatie wilt maken,
selecteert u
Opslaan
>
schermafbeelding wordt opgeslagen in de Galerij.
Als u een locatie wilt opslaan als een plaatsbepaling, drukt
u op de navigatietoets en selecteert u
oriëntatiepunt.
Opties
[0]. Uw huidige locatie
.
> 2D/3D.
Opties
>
Opties
>
Als
afbeelding. De
Opslaan
>
>
Plaats
Als