Tip: Als u vrijwel alle items wilt selecteren,
selecteert u eerst
Opties
uit
Alle
markeren. Selecteer vervolgens de
>
items die u niet wilt selecteren en
Markeringen aan/uit
Als u een object wilt selecteren (bijvoorbeeld een bijlage
in een document), gaat u naar het object zodat het object
aan beide kanten wordt gemarkeerd met vierkantjes.
Overdracht
Selecteer
Menu
Instrumenten
>
U kunt gegevens, zoals contactpersonen, van een
compatibel Nokia-apparaat overbrengen naar uw Nokia-
Eseries-apparaat via Bluetooth of infrarood. Het soort
gegevens dat kan worden overgebracht, is afhankelijk van
het type apparaat. Als het andere apparaat synchroniseren
ondersteund, kunt u ook gegevens tussen de twee
apparaten synchroniseren of gegevens van dit apparaat
naar het andere verzenden.
Als u gegevens overbrengt van uw vorige apparaat, moet
u mogelijk de SIM-kaart in het apparaat plaatsen. Uw
nieuwe Eseries-apparaat heeft geen SIM-kaart nodig om
gegevens over te brengen.
Gegevens worden vanuit het geheugen van het andere
apparaat naar de overeenkomstige locatie op uw
apparaat gekopieerd. De tijd die nodig is om te kopiëren,
hangt af van de hoeveelheid gegevens die wordt
overgebracht. U kunt ook het kopiëren annuleren en later
hervatten.
De benodigde stappen voor gegevensoverdracht kunnen
verschillen per apparaat en wijken ook af als u de
Markeringen aan/
>
Opties
>
Markering
opheffen.
>
> Overdracht.
gegevensoverdracht eerder hebt onderbroken. Welke
items u kunt overbrengen, is afhankelijk van het andere
apparaat.
Gegevensoverdracht tussen
apparaten
Als u twee apparaten met elkaar wilt verbinden, volgt u
de aanwijzingen op het scherm. Bij sommige modellen
wordt de toepassing Overdracht in een bericht naar het
andere apparaat gestuurd. Als u Overdracht op het andere
apparaat wilt installeren, opent u het bericht en volgt u de
instructies op het scherm. Selecteer op uw nieuwe Eseries-
apparaat de inhoud die u wilt kopiëren van het andere
apparaat.
Na de gegevensoverdracht kunt u de snelkoppeling met
de instellingen voor de overdracht op de hoofdweergave
opslaan om dezelfde overdracht later te kunnen herhalen.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u
Opties
> Snelkoppellingsinstllngn.
Het overdrachtslog
weergeven
Na elke overdracht wordt er een overdrachtslog getoond.
Als u de overdrachtsgegevens wilt weergeven, gaat u naar
het overgezette item in het logboek, en selecteert u
Opties
> Details.
Als u het logboek van een vorige overdracht wilt
weergeven, gaat u naar de snelkoppeling voor de
25