persoonlijke sleutel in waarmee uw apparaat kan
worden geïdentificeerd in het draadloze LAN-netwerk
waarmee u verbinding maakt.
WPA-beveiligingsinstellingen
Selecteer
WPA/WPA2
als WLAN-beveiligingsmodus.
Selecteer
WLAN-beveil.instell.
volgende opties:
WPA/WPA2
— Selecteer
•
Authentication Protocol) of
geheime sleutel voor apparaatidentificatie).
Instell. EAP-plug-in
— Als u
•
geselecteerd, geeft u aan welke EAP-plug-ins op uw
apparaat voor het toegangspunt moeten worden
gebruikt.
Vooraf ged. sleutel
— Als u
•
ged. sleutel
hebt geselecteerd, voert u de gedeelde
persoonlijke sleutel in waarmee uw apparaat kan
worden geïdentificeerd in het WLAN-netwerk waarmee
u verbinding maakt.
Alleen WPA2 (modus)
•
codering (Advanced Encryption Standard) wilt
toestaan, selecteert u Uit. Als u alleen AES wilt toestaan,
selecteert u
Aan
Plug-ins voor draadloos LAN
Selecteer
Menu
Instrumenten
>
Verbinding
> Toegangspunten.
De EAP-plug-ins (Extensible Authentication Protocol)
worden gebruikt in draadloze netwerken voor de
verificatie van draadloze apparaten en verificatieservers,
en maak een keuze uit de
EAP
(Extensible
Vooraf ged. sleutel
(een
WPA/WPA2
EAP
>
WPA/WPA2
Vooraf
>
— Als u zowel TKIP- als AES-
Instell.
>
>
en de verschillende EAP-plug-ins zorgen ervoor dat er
verschillende EAP-methoden (netwerkdienst) kunnen
worden gebruikt.
U kunt de EAP-plug-ins (Extensible Authentication
Protocol) weergeven die momenteel op uw apparaat zijn
geïnstalleerd (netwerkdienst).
EAP-plug-ins
1. Als u de instellingen van EAP-plug-ins wilt definiëren,
selecteert u
Opties
definieert u een toegangspunt dat WLAN als
gegevensdrager gebruikt.
2. Selecteer
802.1x
hebt
beveiligingsmodus.
3. Selecteer
WLAN-beveil.instell.
EAP
Instell.
>
EAP-plug-ins gebruiken
Als u een EAP-plug-in wilt gebruiken wanneer u via het
toegangspunt verbinding maakt met een draadloos LAN-
netwerk, selecteert u de gewenste plug-in en kiest u
Opties
> Inschakelen. De EAP-plug-ins die voor dit
toegangspunt kunnen worden gebruikt, zijn gemarkeerd.
Als u geen gebruik wilt maken van een plug-in, selecteert
u
Opties
> Uitschakelen.
Als u de instellingen voor EAP-plug-ins wilt bewerken,
selecteert u
Opties
Als u de prioriteit van een EAP-plug-in wilt wijzigen,
selecteert u
Opties
u via het toegangspunt verbinding met het netwerk
maakt, de desbetreffende plug-in eerder te gebruiken dan
andere plug-ins, of
Nieuw toegangspunt
>
of
WPA/WPA2
als
WPA/WPA2
>
EAP-plug-in.
> Bewerken.
Prioriteit verhogen
>
Opties
Prioriteit verlagen
>
en
>
om, wanneer
133
om deze