(9) Geschikte krik (minimale draagkracht 6,0 t) van
de zijkant onder de asbrug in het bereik van de asbevesti-
ging centrisch en wegglijveilig plaatsen (4-3) en de vooras
of de achteras aan de zijkant opkrikken, tot het wiel geen
bodemcontact meer heeft.
GEVAAR
- Krik door geschikt onderlegmateriaal tegen
indringen in de bodem beveiligen.
- Opletten, dat de krik correct staat.
(10) Wielmoeren geheel losdraaien en verwijderen.
(11) Machine iets laten zakken met de krik, tot de wielbou-
ten vrij zijn.
(12) Wiel door heen en weer bewegen van de wielnaaf
afdrukken, wiel afnemen en zijdelings wegrollen.
(13) Nieuw wiel op planeetas schuiven.
AANWIJZING
i
- Alleen de in hoofdstuk 11.7 vermelde banden
zijn toegestaan.
- Let op de profielstand.
- Als de profielstand van het vervangende wiel
niet past, mag het vervangende wiel alleen tot
een zo snel mogelijke vervanging door een
passend wiel worden gebruikt.
- Alle vier de wielen moeten evengroot zijn en
hetzelfde PR-getal hebben (Ply-Rating-getal =
aantal weefsellagen). Looprichting, indien
voorhanden, zie afbeelding 4-4.
(14) Wielmoeren met de hand opschroeven.
(15) Voor-/achteras met krik weer laten zakken.
(16) Wielmoeren met momentsleutel (550 Nm) aandraaien.
ATTENTIE
Na de eerste 8 - 10 bedrijfsuren wielmoeren
natrekken.
S220/S221/S230/S231/Z200
Beschrijving
Afbeelding 4-3
<<<<<<
<<<<<<
Afbeelding 4-4
4
<<<<<<
<<<<<<
4-5