2.7 Wateraansluiting
Gesloten (met druk) voor het
voorzien van meerdere aftappunten.
– Installeer de type-gekeurde
F
veiligheidsgroepen
KV 30, bestelnr. 00 08 26, tot 0,48 Mpa
waterleidingdruk.
KV 40, bestelnr. 00 08 28, tot 1 Mpa
waterleidingdruk.
a Veiligheidsventiel
a Terugslagklep
b Testventiel
c Doorgangafsluiter (smoring)
d Drukregelaar (bij KV 40)
e Meetpunten voor manometer
f Thermostaatkraan TA 260
bestelnr. 00 34 66 (afzonderlijk
bestellen) ook in combinatie met
KV 40 mogelijk.
– De afvoerleiding moet groot genoeg zijn
voor het volledig geopende
veiligheidsventiel. De afblaasopening van
het veiligheidsventiel moet t.o.v. de
atmosfeer geopend blijven.
– De afblaasleiding van de veiligheidsgroep
dient met een ononderbroken verval te
worden geïnstalleerd.
– De aanwijzingen in de montagehandleiding
van de veiligheidsgroep dienen te worden
nageleefd.
– Stel de doorstroomhoeveelheid in op
max. 18 l/min op het reduceerventiel van
de veiligheidsgroep.
Open (drukloos) voor het voorzien
van één aftappunt.
De toestellen zijn geschikt voor een open
(drukloos) gebruik.
Uitloop en zwenkarm van de kraan
niet afsluiten!
– Bij deze installatie dienen de Stiebel
Eltron-kranen voor open wandboilers te
G
worden gebruikt
.
– Voordat de kraan wordt aangesloten,
moet de waterleiding goed worden
doorgespoeld.
– Bij elk opwarmproces druppelt
expansiewater uit de uitloop.
– Voor gebruik, montage, eerste
ingebruikname en onderhoud gelden
dezelfde aanwijzingen als voor het gebruik
als gesloten (drukvaste) boiler.
2.8 Elektrische aansluiting
L M N O
Neem de onderkap van het toestel weg,
draai daartoe de bouten eruit
Bereid de elektrische aansluitleiding voor
I
.
Sluit het gewenste vermogen volgens de
aansluitvoorbeelden aan en stel de
schuifschakelaar op de elektronische
D
printplaat (
34 / 35) in.
1
Werkingsmodus
:
E
E
Z
B
E
Z
B
E - Eenspan- Z - Tweespan- B - Boiler-
aansluiting
aansluiting
B
Z
B
2
Vermogen
1
2
3
Bij het omzetten van
de stroomvoorziening worden
uitgeschakeld.
Nadat de elektrische installatie heeft
plaatsgevonden, dienen de volgende
stappen te worden uitgevoerd:
1. Het typeplaatje van het toestel moet
met behulp van een balpen worden
gemarkeerd: kruis het vakje aan dat
overeenkomt met het aansluitvermogen
en de aansluitspanning.
2.
5-polige aansluitstekker van de
verbindingskabel (
elektronische module „bedieningspa-
neel" positie „X2" steken.
3. Monteer de onderkap en bevestig met
bouten.
Elektrisch schakelschema
Sluit ter plaatse een afstandsbediening
van de snelverwarming (39) aan op de
aansluitklem van het toestel „6". „L
willekeurige fase aansluitbaar; zonder
vermogensoverdracht.
Tweespanaansluiting
Schakelaar
Meting met één kWh-meter
Energiebedrijf-contact (40); „L
eurige fase aansluitbaar; zonder
vermogensoverdracht.
Meting met twee kWh-meters
Belangrijke aanwijzing bij
'speciale schakeling' in de
tweespanaansluiting met meting met
twee meters bij 1/N/PE ~ 230 V
zonder extern gezette contactgever:
zie pagina 13!
Eenspanaansluiting
Schakelaar
Boilerfunctie
Schakelaar 1 :
2.9 Eerste ingebruikname
(mag uitsluitend plaatsvinden door een
erkend installateur!)
H
.
Toestel vullen, ontluchten en
1
grondig doorspoelen!
1
1
2
Netspanning inschakelen!
2
2
3
1
Werking van het toestel
3
3
4
2
controleren evt. toets
4
4
5
E
snelverwarming (1) indrukken!
3
5
5
6
Controleer of de veiligheidsgroep
4
6
6
Z
functioneert (bij gesloten
7
5
uitvoering)!
7
7
8
6
B
E
Z
8
8
9
7
functie
9
9
10
8
10
10
11
9
11
11
12
10
:
1
2
3
1
2
3
of
moet
1
2
H
33) op de
L
"
FB
E
1 :
E
Z
B
M
" willek-
F
B
N
O
E
1 :
E
Z
B
O
Z
Z
E
Z
B
B
Aanwijzingen:
Toestand bij levering:
– Instelling streeftemperatuur 65 °C
– Temperatuurbegrenzing 'Uit'
– Automatische kalkaanslagaanduiding
'Aan'
Bij temperaturen beneden -15 °C (bijv.
tijdens transport/opslag) kan de veilig-
heidstemperatuurbegrenzer worden
geactiveerd. Druk de resettoets (
Overhandiging van het toestel!
Leg de werking van het toestel uit aan de
gebruiker en maak hem vertrouwd met het
gebruik.
Belangrijke aanwijzingen:
• Maak de gebruiker attent op mogelijke
gevaren (verbranding).
• Overhandig deze gebruiks- en montage-
instructies om zorgvuldig te bewaren. Alle
informatie in deze handleiding dient
zorgvuldig te worden nageleefd. Deze
bevat aanwijzingen met betrekking tot de
veiligheid, bediening, installatie en het
onderhoud van het toestel.
2.10 Onderhoud
Bij alle werkzaamheden dienen alle polen
van het net te worden afgekoppeld!
Controleer de veiligheidsgroep regelmatig.
Wanneer het kalkaanslagsymbool „Ca"
wordt weergegeven, verdient het
aanbeveling de verwarmingsflens te
ontkalken. Ontkalk de verwarmingsflens na
demontage. Een verwarmingsflens die is
ontkalkt of een nieuwe verwarmingsflens
wordt automatisch herkend, het
kalkaanslagsymbool „Ca" is verdwenen,
wanneer het toestel opnieuw in gebruik
wordt genomen. Het oppervlak van het
reservoir en de beschermanode niet
behandelen met ontkalkingsmiddelen.
Veiligheidsinrichting:
Houdt u zich aan de indompeldiepte
van de veiligheidstemperatuurbegrenzer!
Boiler legen:
– Sluit het afsluitventiel in de
koudwateraanvoerleiding.
– Zet de warmwaterventielen van alle
aftappunten helemaal open.
– Draai de kap van de aftapkraan af (
26).
Bij het aftappen kan heet water naar
buiten lopen.
De corrosiebeschermende weerstand
K
op de isolatieplaat mag bij
servicewerkzaamheden niet worden
beschadigd of verwijderd. Bij het
vervangen van de corrosiebeschermende
weerstand dient alles volgens de
voorschriften in elkaar te worden gezet.
a Koperen verwarmingsflens
b Isolatieplaat
c Drukplaat
d Corrosiebeschermende weerstand
D
22) in.
J
D
35