Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werkstand Restwegindicatie - HEIDENHAIN ND 286 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Meetreeksen
Uit één meetreeks kan de teller één van de volgende waarden bepalen
en weergeven:
kleinste waarde (MIN), grootste waarde (MAX), verschil tussen grootste en kleinste
waarde (DIFF), laatst verwerkte waarde (ACTL)
De teller verwerkt tijdens één meetreeks iedere 550 µs een nieuwe meetwaarde.
Meetreeks starten
druk zo vaak op de toets MOD, totdat de gewenste status knippert,
b.v. de status MAX, om de grootste waarde weer te geven.
bevestig de keuze met de toets ENT.
druk zo vaak op de toets MOD, totdat de status START knippert.
start de meetreeks met de toets ENT.
De teller kan tussen MIN, MAX, DIFF en ACTL omgeschakeld worden:
MOD drukken, tot de gewenste status knippert;
met ENT bevestigen, of
met de bedrijfsparameter P21 (zie bedrijfsparameterlijst).
Waarschuwing:
Wanneer de schakelingang voor het extern aansturen van de meetreeks actief is (pin
6 op de sub-D-aansluiting EXT), kan de teller niet zoals hier beschreven
omgeschakeld worden!
Meetreeks afbreken en opnieuw starten
MOD drukken, tot START knippert; met ENT bevestigen
Meetreeks beëindigen
MOD drukken, tot het oplichtende veld knippert; met ENT bevestigen.
Ook middels een schakelingang aan de sub-D-aansluiting EXT (zie elders) kan
een meetreeks gestart worden en de teller worden omgeschakeld.
Classificeren
Bij het classificeren vergelijkt de teller de aangegeven waarde met een bovenste en
een onderste "classificatiegrens". Statussen en schakeluitgangen aan de sub-D-
aansluiting EXT (zie elders) geven aan, of de afleeswaarde kleiner dan de onderste
classificatiegrens is, groter dan de bovenste classificatiegrens of dat de
afleeswaarde binnen de classificatiegrenzen ligt.
Weergave
=
<
>
Bedrijfsparameters voor het classificeren:
P17: classificeren aan / uit, P18, P19: classificatiegrenzen

Werkstand restwegindicatie

In normaal bedrijf toont de teller de actuele positie van het meetsysteem.
Met het sleutelgetal 246 582 kan de restwegindicatie gekozen worden.
„Verplaatsen naar nul" met restwegindicatie
kies referentiepunt 2.
geef de nominale positie in.
verplaats de as naar nul.
In werkstand restwegindicatie hebben de schakeluitgangen A1 (pin 15) en A2 (pin
16) een andere functie: ze zijn symmetrisch aan afleeswaarde nul.
Betekenis
meetwaarde ligt binnen de classificatiegrenzen
meetwaarde is kleiner dan de onderste classificatiegrens
meetwaarde is groter dan de bovenste classificatiegrens

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave