Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening; Vloeistofinspuiting; Temperatuurregeling - Danfoss AK-CC 550B Handleiding

Meubel- celregelaar
Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening

Vloeistofinspuiting

De vloeistofinspuiting in de verdamper wordt geregeld door het
elektronische expansieventiel type AKV. De AKV klep functioneert
als expansieventiel en magneetklep. De klep opent en sluit door
middel van signalen van de regelaar.
De functie bevat een adaptief algoritme dat de opening van de
klep onafhankelijk aanpast, zodat altijd een optimale vulling van
de verdamper wordt verkregen.
De oververhitting kan worden gemeten op:
• Drukopnemer P0 en temperatuursensor S2
Deze regeling zorgt onder alle omstandigheden voor een juiste
meting van de oververhitting wat voor een robuuste en pre-
cieze regeling zorgt.
Het signaal van de drukopnemer kan worden gebruikt door
meerdere regelaars, maar alleen als er niet of nauwelijks drukver-
schil is tussen de bewuste verdampers.

Temperatuurregeling

De temperatuur in het koelobject wordt gemeten door middel
van 1 of 2 sensoren welke zich bevinden in de aanzuiglucht (S3)
en/of uitblaaslucht (S4) van de verdamper. Een instelling voor
de thermostaat, alarmthermostaat en displayuitlezing bepaald
hoeveel de sensoren de verschillende functies beïnvloeden. Een
instelling van 50% geeft een gelijkwaardige waarde van beide
sensoren. Het is niet verplicht om beide sensoren te plaatsen.
De temperatuurregeling kan op twee manieren plaatsvinden:
- AAN / UIT regeling met bijbehorende differentie
- modulerende temperatuurregeling waarbij de temperatuur
binnen nauwe grenzen continue wordt onderhouden.
Modulerende temperatuurregeling kan alleen in centrale
installaties worden toegepast. Bij decentrale installaties dient
altijd de AAN / UIT regeling geselecteerd te worden.
In centrale installaties kan voor één van beide regelingen worden
gekozen.
Temperatuurbewaking
Net als voor de thermostaat, kan ook voor de alarmthermostaat
een weging tussen de S3 en S4 sensor worden ingesteld,
zodat kan worden bepaald welke sensor de meeste invloed
heeft op de alarmbewaking. Minimum- en maximumwaarden
en alarmvertragingen kunnen worden ingesteld. Een
langere tijdsvertraging kan worden ingesteld voor
hogetemperatuuralarmen. Deze vertraging is actief na
ontdooiing, na apparaatreiniging, na uitschakelen en opstarten
van het apparaat.
4
Handleiding RS8GL210 © Danfoss 01-2013
AK-CC 550B

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave