Toepassingen
Hieronder volgt een overzicht van alle verschillende
toepassingen.
Een instelling bepaald hoe de relais gedefinieerd
worden.
Op pagina 28 zijn de relevante instellingen te zien
voor de te kiezen elektrisch schema (toepassing).
Algemeen:
De tien applicaties zijn allemaal aangepast aan
commerciële koel/vriessystemen zoals koel/vries
meubels en cellen.
Alle applicaties hebben een uitgang voor:
- AKV klep
- Ventilator
- Ontdooiing
Daarnaast hebben alle applicaties verschillende
toepassingen en daarmee verschillende in- en
uitgangen.
Applicatie 1-4
Standaard toepassingen
Dit is voor standaard toepassingen waar het
belangrijkste verschil zit in de combinatie van de
volgende functies/uitgangen:
- Alarm
- Randverwarming
- Compressor
- Licht
12
S3 en S4 zijn temperatuursensoren. De toepassing bepaald of één of beiden
sensoren worden gebruikt. S3 moet worden geplaatst in de luchtaanzuig
voor de verdamper en de S4 in de luchtuitblaas na de verdamper. Een instel-
ling in % bepaald op welke sensor wordt geregeld.
S5 is de ontdooisensor en moet op de verdamper worden geplaatst.
S6 is een productsensor, maar wordt in applicatie 9 anders gebruikt. DI1, DI2
en DI3 zijn contactfuncties en kunnen voor de volgende functies worden
gebruikt: deurfunctie, alarmfunctie, ontdooistart, start/stop regeling, dag/
nacht functie, thermostaatreferentie, schoonmaakfunctie, geforceerd koelen
of gecoördineerde ontdooiing. DI3 is een 230V ingang. Zie voor de functies
parameters o02, o37 en o84.
1
2
3
4
Handleiding RS8GL210 © Danfoss 01-2013
AK-CC 550B