Smeltfunctie
Werkt alleen tussen setpointinstelling tussen -5 +10°C .Deze functie voorkomt te veel
rijpvorming waardoor luchtblokkade. Hier wordt ingesteld om de hoeveel tijd de
inspuiting moet stoppen. (Standaard is een interval van 1 uur voldoende)
Smeltperiode
Instelling tijdsduur van één smeltperiode.
Set point 2
Uitschakelwaarde voor thermostaat indien thermostaatband 2 is geactiveerd door
middel van een digitale ingang.
Correctie van het S6 luchtuittredesignaal
(compensatie mogelijk voor lange kabellengten)
Selectie van de thermostaatsensor gedurende de nacht (met rolgordijnen)
Hier kunt u de sensor kiezen die de thermostaat moet gebruiken, S3, S4 of een combi-
natie van beide sensors. Met de instelling 0% wordt alleen S3 (luchtintrede) gebruikt.
Bij 100% alleen S4 (uittrede)
Verwarmingsfunctie
Instelling van neutrale zone voor overschakeling van koelen naar verwarmen
Tijdvertraging voor overschakelen van koelen naar verwarmen.
(er is geen tijdvertraging voor overschakelen van verwarmen naar koelen)
Alarm
De regelaar kan in verschillende situaties een alarm genereren. Als er een alarm is,
zullen alle LED's in de display knipperen en zal het alarmrelais schakelen.
Tijdvertraging van een temperatuuralarm (korte vertraging)
Als één van de twee alarmgrenzen A13 of A14 worden overschreden zal een timer-
functie worden gestart. Het alarm wordt actief als de ingestelde tijd is verstreken. De
tijdsinstelling is in minuten.
Tijdvertraging voor deuralarm
De tijdvertraging is in minuten.
De functie wordt gedefinieerd in o02, o37 of o84.
Opstarttijdvertraging hoog temperatuuralarm (lange vertraging)
Deze tijdvertraging wordt gebruikt na opstart, tijdens ontdooiing en direct na een
ontdooiing.
Er vindt overschakeling plaats naar de normale vertraging (A03) als de temperatuur
onder de ingestelde hoge temperatuur alarmgrens komt.
Tijdsinstelling is in minuten.
Hoge temperatuur alarmgrens
Hier wordt de temperatuur ingesteld waarbij een alarm moet worden gegenereerd na
de tijdvertraging (A3 of A12). Instelling in °C.
De ingestelde waarde wordt bij nacht-verhoging met dezelfde instelling verhoogd
(r13). Verlaging van de alarmgrens vindt
bij negatieve instelling van r13 niet plaats.
In toepassing 9 en 10 is de instelling dezelfde voor zowel S3 als S3B.
Lage temperatuur alarmgrens
Hier wordt de temperatuur ingesteld waarbij een alarm moet worden gegenereerd na
de tijdvertraging (A3). Instelling in °C.
In toepassing 9 en 10 is de instelling dezelfde voor zowel S3 als S3B.
Hoog temperatuur alarmgrens 2 (Thermostaatband 2)
(dezelfde functie als thermostaat 1)
Laag temperatuur alarmgrens (Thermostaatband 2)
(dezelfde functie als thermostaat 1)
Hoog temperatuur alarmgrens voor S6 bij thermostaat 1
Laag temperatuur alarmgrens voor S6 bij thermostaat 1
Hoog temperatuur alarmgrens voor S6 bij thermostaat 2 (Thermostaatband 2)
Laag temperatuur alarmgrens voor S6 bij thermostaat 2 (Thermostaatband 2)
Tijdvertraging voor S6 alarm
Het alarm wordt geactiveerd als 1 van de alarmgrenzen A22, A23, A24 of A25 is over-
schreden. De tijdsinstelling is in minuten.
Alarmen zijn niet actief wanneer de instelling op de maximale waarde is ingesteld.
16
Handleiding RS8GL210 © Danfoss 01-2013
r16
MeltInterval
r17
Melt period
r21
Cutout2 temp
r59
Adjust S6
r61
Ther.S4% Ngt
r62
Heat NZ
r63
HeatStartDel
Night setbck
(start van nachtsignaal. 0=Dag,
1=Nacht)
Forced cool.
(Start van geforceerde koeling)
Forced close
(Geforceerde stop koeling)
Alarm settings
Met datacommunicatie kan de pri-
oriteit van de verschillende alarmen
gedefinieerd worden. De instelling
wordt uitgevoerd in het menu 'Alarm
destinations' .
A03
Alarm delay
A04
DoorOpen del
A12
Pulldown del
A13
HighLim Air
A14
LowLim Air
A20
HighLim2 Air
A21
LowLim2 Air
A22
HighLim1 S6
A23
LowLim1 S6
A24
HighLim2 S6
A25
LowLim2 S6
A26
Al. Delay S6
AK-CC 550B