DO1
Aansluiting voor expansieventiel AKV of AKVA.
DO2
Alarm
Er is een verbinding tussen klemmen 7 en 8 in alarmsituaties
en bij een spanningsval.
Randverwarming en verwarmingselement lekbak
Er is een verbinding tussen klemmen 7 en 9 tijdens de
verwarming
Rolgordijnen
Er is een verbinding tussen klemmen 7 en 9 wanneer de
rolgordijnen open zijn
Zuigklep
Er is een verbinding tussen klemmen 7 en 9 wanneer de klep
open is
DO3
Koeling, Randverwarming, Verwarming, Ontdooiing 2
Er is een verbinding tussen klemmen 10 en 11 wanneer de
functie actief is
Verwarmingselement lekbak
Er is een verbinding tussen klemmen 10 en 11 tijdens de
verwarming
DO4
Ontdooiing
Er is een verbinding tussen klemmen 12 en 14 tijdens de
ontdooiing
Heetgas/omloopklep
Er is een verbinding tussen klemmen 13 en 14 tijdens normaal
bedrijf
Er is een verbinding tussen klemmen 12 en 14 wanneer de
heetgasklep open is
DO5
Ventilator
Er is een verbinding tussen klemmen 15 en 16 wanneer de
ventilator draait
Gecoördineerde ontdooiing via
externe bedrading
Gecoördineerde ontdooiing
via datacommunicatie
AK-CC 550B
Handleiding RS8GL210 © Danfoss 01-2013
DO6
Licht
Er is een verbinding tussen klemmen 17 en 18 wanneer het
licht aan is
Randverwarming, compressor 2
Er is een verbinding tussen klemmen 17 en 19 wanneer de
functie actief is
DI3
Digitale ingang
Het signaal moet 230 V a.c. zijn.
De functie wordt gedefinieerd in o84.
Datacommunicatie
Als datacommunicatie gebruikt wordt, is het van belang dat beka-
beling hiervan juist wordt uitgevoerd.
Zie document RC8AC
Elektromagnetische storing
Kabels voor sensoren, DI ingangen en datacommunicatie moeten
apart gehouden worden van andere elektrische kabels;
- Gebruik aparte kabelgoten (afscheiding)
- Houdt een afstand van tenminste 10 cm
- Lange kabels voor DI ingangen moeten worden vermeden
Aandachtspunten bij installatie
Beschadiging, onjuiste montage of condities ter plaatse, kunnen
defecten veroorzaken in het regelsysteem en uiteindelijk leiden
tot beschadiging van de installatie.
Iedere mogelijke beveiliging is in onze producten ingebouwd om
dit te voorkomen, maar bijvoorbeeld door verkeerde installatie
kunnen alsnog problemen ontstaan. Elektronische regelingen zijn
geen vervanging voor goed installatiewerk.
Danfoss aanvaardt geen aansprakelijkheid voor producten of in-
stallatiecomponenten, die beschadigd zijn door bovengenoemde
defecten. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om
de installatie grondig te controleren om alle nodige veiligheden in
te passen.
Vooral het 'geforceerd sluiten' signaal naar de regelaars in geval
dat de compressoren stoppen en de montage van 'slokkenvan-
gers' in de zuigleiding verdienen extra aandacht.
Uw lokale Danfoss agent is altijd bereid om advies te geven.
Max. 10
De volgende regelaars kunnen op deze
manier worden aangesloten:
EKC 204A, AK-CC 210, AK-CC 250,
AK-CC 450, AK-CC 550A,
Koeling wordt hervat wanneer alle regelaars
hun ontdooiing hebben beëindigd.
De instelling van gecoördineerde
ontdooiing via de datacommunicatie
wordt gedaan in de gateway/System
Manager.
De koeling wordt hervat wanneer alle
regelaars de ontdooiing hebben gestopt.
33