F-Serie sensors (BVS 03 ATEX E 176 X)
Voor F200 sensor met constructie-identificatiecode (CIC) A1, met integraal gemonteerde kernprocessor 700
of 800.
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
medium- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T5:T 95 °C, T4:T 130 °C, T3:T 195 °C, T2 tot T1:T 230 °C.
Voor F300 sensor met constructie-identificatiecode (CIC) geen markering, met integraal gemonteerde
kernprocessor 700 of 800.
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
medium- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T5:T 95 °C, T4:T 130 °C, T3:T 195 °C, T2 tot T1:T 226 °C.
3.5.3)
Omgevingstemperatuurbereik
22
TEMP. SENSORMEDIUM (°C)
TEMP. SENSORMEDIUM (°C)
Ta
Afname over
hellingshoek =
–0,25 °C omg.
temp. per
°C medium
Afname over
hellingshoek =
–0,25 °C omg.
temp. per
°C medium
–40 °C tot +55 °C
ATEX installatie-instructies