F-Serie sensors (BVS 03 ATEX E 176 X)
3.2.4)
De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek:
Voor F025(A of B), F050(A of B), F100(A of B) Sensoren met constructie-identificatiecode (CIC) geen
markering of A3, en F300(A of B) sensors met constructie-identificatiecode (CIC) geen markering, met
integrale aansluitdoos aangesloten op MVD Transmitters
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
medium- en omgevings temperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T6:T 80 °C, T5:T 95 °C, T4:T 130 °C, T3:T 195 °C, T2:T 290 °C, T1:T 363 °C. De minimale voor stof
toelaatbare omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is –40° C.
14
TEMP. SENSORMEDIUM (°C)
ATEX installatie-instructies