Pagina 4
Voordat u begint Installatie in Europa Dit Micro Motion product voldoet aan alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen indien het op de juiste wijze, volgens de instructies in deze handleiding, wordt geïnstalleerd. In de EU-verklaring van overeenstemming staat vermeld welke richtlijnen van toepassing zijn op dit product. De EU-verklaring van overeenstemming, met alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen plus de volledige Tekeningen en instructies voor installatie volgens ATEX, zijn verkrijgbaar via internet op www.micromotion.com/atex of via de klantenservice van uw plaatselijke Micro Motion vestiging.
Kiezen van de montagelocatie Afbeelding 2 CNG050 sensor met integraal gemonteerde trasmitter, model 1700/2700 model 1700 of 2700 transmitter kernprocessorbehuizing goedkeuringslabel plaatje met kalibratie en drukafvoer stroomrichtingpijl procesaansluiting Stap 1 Kiezen van de montagelocatie Kies een locatie voor de sensor op basis van de eisen die zijn omschreven in dit hoofdstuk. De volgende algemene richtlijnen kunnen u helpen bij het kiezen van een geschikte locatie voor de sensor.
Pagina 6
Kiezen van de montagelocatie WAARSCHUWING Als in een explosiegevaarlijke omgeving niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor intrinsieke veiligheid, kan dit leiden tot een explosie. • Controleer of de explosiegevaarlijke omgeving die is aangegeven op het goedkeuringslabel op de sensor (afbeeldingen 1 en 2) overeenstemt met de omgeving waarin de sensor wordt geïnstalleerd.
Pagina 7
Kiezen van de montagelocatie Tabel 1 CSA grenswaarden voor omgevingstemperatuur °C °F Sensor met kernprocessor –40 tot +60 –40 tot +140 Sensor met integrale transmitter –40 tot +60 –40 tot +140 model 1700/2700 Maximale lengten bedrading De maximale afstand tussen de sensor en de transmitter hangt af van het type kabel. Zie Tabel 2. Tabel 2 Maximale kabellengten Kabeltype...
Montagestand van de sensor Stap 2 Montagestand van de sensor De sensor functioneert goed in elke stand, mits de sensormeetbuizen met procesvloeistof gevuld blijven. Micro Motion raadt aan om de CNG050 sensor te installeren zoals afgebeeld in Afbeelding 4. Afbeelding 4 Aanbevolen montagestanden sensor Slurries en zelf-afvloeiende Gassen...
Montage van de sensor WAARSCHUWING Als u de sensor niet in de juiste richting installeert, kunt u worden blootgesteld aan een krachtige uitstroom. Plaats de sensor zodanig dat personeel en apparatuur niet worden blootgesteld aan een eventuele uitstroom uit de drukafvoer. De uitstroomrichting is loodrecht op het oppervlak van de behuizing, direct boven het plaatje met kalibratie.
Bedrading Stap 4 Bedrading Installatie in explosiegevaarlijke omgevingen Wanneer u de sensor in een explosiegevaarlijke locatie installeert, controleer dan of de classificatie-informatie voor explosiegevaarlijke omgevingen op het sensorlabel overeenstemt met de omgeving waarin u de sensor monteert. WAARSCHUWING Als in een explosiegevaarlijke omgeving niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor intrinsieke veiligheid, kan dit leiden tot een explosie.
Pagina 11
Bedrading Kernprocessor naar een 4-aderige transmitter op afstand Voer onderstaande stappen uit voor het aansluiten van de 4-aderige kabel tussen de kernprocessor en de transmitter. 1. Hanteer één van de onderstaande methodes voor het afschermen van de bedrading van de kernprocessor naar de transmitter: •...
Pagina 12
Bedrading Afbeelding 7 Omwikkelen van de aarddraden van de afscherming e. Schuif de afgeschermde krimpkous over de blanke aarddraad/-draden. De kous moet de aarddraden helemaal bedekken. f. Verhit de kous (120°C of 250°F) om deze te laten krimpen maar verbrand de kabel niet. Afbeelding 8 Aanbrengen krimpkous g.
Pagina 13
Bedrading Afbeelding 10 Wartelhuis en kernprocessorbehuizing 5. Steek de draden door het wartelhuis en zet de wartel in elkaar door de wartelmoer vast te draaien. Laat desgewenst voldoende kabel binnenin de kernprocessorbehuizing, om de behuizing te kunnen draaien zonder de draden te beschadigen. 6.
Aarding Stap 5 Aarding De sensor kan via de pijpleiding geaard worden, indien de naden van de leiding met de aarde verbonden zijn. Als de sensor niet via de pijpleiding geaard is, sluit u een aardingsdraad aan op de inwendige of uitwendige aardingsbout die zich bevindt op de kernprocessorbehuizing, of als de sensor een integraal gemonteerde transmitter heeft, op de inwendige of uitwendige aardingsbout van de transmitterbehuizing.
Retourneringsbeleid Retourneringsbeleid Bij het retourneren van apparatuur moeten de Micro Motion procedures worden aangehouden. Deze procedures garanderen dat aan de eisen van de transportsector wordt voldaan en helpen een veilige werkomgeving te creëren voor medewerkers van Micro Motion. Als de Micro Motion procedures niet in acht worden genomen, wordt de aflevering van uw apparatuur geweigerd.