7.3.2. - Voorspoeltijd
Tijdens deze periode start de pomp in het hoogste toerental (100%) , om een zekere
start te garanderen. Alleen na afl oop van de voorspoeltijd loopt de pomp toerentalge-
regeld en schakelt volgens ingestelde modus naar max. resp.. min. toerental.
De voorspoeltijd kan niet gebruikt worden bij 0-10V / PWM pompen.
Instelbereik: 5 tot 600 seconden / fabrieksinstelling : 8 seconden
7.3.3. - Regeltijd
Met de regeltijd wordt de traagheid van de toerentalregeling vastgelegd om zo moge-
lijk sterke temperatuurschommelingen te verhinderen. Hier wordt de tijdsduur bepaald,
die voor een komplete regelcyclus vn minimaal tot maximaal toerental nodig is.
Instelbereik: 1 tot 15 minuten / fabrieksinstelling: 4 minuten
7.3.4. - max. toerental
Hier wordt het maximale toerental van de pomp vastgelegd. Tijdens de regeling loopt
de pomp aan het ingestelde toerental en kan het debiet vastgesteld worden.
Instelbereik : 70% tot 100% / fabrieksinstelling: 100%
De aangegeven procentwaardes zijn richtwaarden, die afhankelijk van
installatie,pomp en snelheidsniveau meer of minder sterk afwijken kun-
nen. 100% ist maximale spanning/frequentie van de regelaar.
Let op
7.3.5. - min. toerental
Hier wordt het minimale toerental van de pomp vastgelegd. Tijdens de regeling loopt
de pomp aan het ingestelde toerental en kan het debiet vastgesteld worden.
Instelbereik: 30% tot max. toerental -5% / fabrieksinstelling: 50%
De aangegeven procentwaardes zijn richtwaarden, die afhankelijk van
installatie, pomp en snelheidsniveau meer of minder sterk afwijken kun-
nen. 100% ist maximale spanning/frequentie van de regelaar.
Let op
7.3.6. - Ingestelde waarde
Deze waarde is de ingestelde waarde voor modus 3 (zie „7.3.1. - Toerental modus (al-
leen STDC versies 2, 3 en 4)" op blz. 38. Geeft de voeler een waarde onder deze
waarde aan, wordt het toerental verlaagd. Bij overschrijden wordt het toerental ver-
hoogd.
Instelbereik: 0° tot 90°C / fabrieksintelling: 60°C
Speciale functies
39