Verzoek om de combinatienrs. van de binnen-/
buitenunits te noteren.
Nadat de automatische adresinstelling is voltooid, moet u ze
noteren voor gebruik in de toekomst.
Noteer het systeemadres van de buitenunit en de adressen van
de binnenunits in het systeem op een gemakkelijk zichtbare
plek (naast het naamplaatje) met een permanente viltstift of iets
anders dat niet gemakkelijk vervaagt of verdwijnt.
Voorbeeld: (Buiten) 1 – (Binnen) 1-1, 1-2, 1-3...
(Buiten) 2 – (Binnen) 2-1, 2-2, 2-3...
Deze nummers heeft u later nodig wanneer u onderhoud moet
uitvoeren. Schrijf ze daarom correct en netjes op.
Controleren van de adressen van de binnenunits
Gebruik de afstandsbediening om de adressen van de
binnenunits te controleren.
<Als er 1 binnenunit is aangesloten op 1
afstandsbediening>
1
Houd de
toets en de
ingedrukt (eenvoudige instelstand).
2
Het adres voor de binnenunit die is aangesloten op de
afstandsbediening wordt nu getoond.
(Alleen het adres van de binnenunit die is aangesloten op
de afstandsbediening kan worden gecontroleerd.)
3
Druk nog eens op de
normale bedieningsstand van de afstandsbediening.
Het nummer verandert om aan te geven welke
binnenunit op dit moment is geselecteerd.
Adres binnenunit
<Als er meerdere binnenunits zijn aangesloten op 1
afstandsbediening (groepsbediening)>
1
Houd de
toets en de
ingedrukt (eenvoudige instelstand).
2
"ALL" wordt getoond op de afstandsbediening.
3
Druk vervolgens op de
4
Het adres voor 1 van de binnenunits die zijn aangesloten
op de afstandsbediening wordt nu getoond. Controleer of
de ventilator van de binnenunit in kwestie opstart en of er
lucht geblazen wordt.
5
Druk nog eens op de
adres van elk van de volgende binnenunits.
6
Druk nog eens op de
normale bedieningsstand van de afstandsbediening.
Het nummer verandert om aan te geven welke
binnenunit op dit moment is geselecteerd.
Adres binnenunit
toets tenminste 4 seconden
toets om terug te keren naar de
toets tenminste 4 seconden
toets.
toets en controleer zo het
toets om terug te keren naar de
Afstandsbediening instellingen voor proefdraaien
1
Houd de
toets op de afstandsbediening tenminste 4
seconden ingedrukt. Druk vervolgens op de
●
"TEST" verschijnt op het LCD-display tijdens het
proefdraaien.
●
De temperatuur kan niet worden ingesteld in de
proefdraaistand.
(Deze stand vormt een zware belasting voor de
machines. Gebruik deze stand dan ook alleen voor het
proefdraaien.)
2
Het proefdraaien kan worden uitgevoerd in de HEAT,
COOL, of FAN stand.
Opmerking: De buitenunits zullen ongeveer 3 minuten
lang niet werken nadat de stroom is
ingeschakeld (ON) en nadat de werking is
gestopt.
3
Als het systeem niet correct functioneert, zal er een code
verschijnen op het display van de afstandsbediening.
(Raadpleeg "7-6 Betekenis alarmmeldingen" en corrigeer
het probleem.)
4
Druk nadat het proefdraaien is voltooid nog eens op de
toets. Controleer of de melding "TEST" verdwijnt van
het display van de afstandsbediening.
(Om te voorkomen dat het systeem voortdurend blijft
proefdraaien, heeft de afstandsbediening een timerfunctie
die het proefdraaien na 60 minuten annuleert.)
* Als er wordt proefgedraaid met de afstandsbediening met
draad, is bediening mogelijk ook als het cassette-type
plafondpaneel niet is geïnstalleerd. (Het "P09" display
verschijnt niet.)
7-5. Waarschuwing wegpompen
Wegpompen betekent dat het koelgas in het systeem wordt
geretourneerd naar de buitenunit. Wegpompen is nodig
wanneer het toestel moet worden verplaatst, of voor er
werkzaamheden aan het koelcircuit moeten worden uitgevoerd.
LET OP
● Deze buitenunit kan niet meer koelmiddel verzamelen
dan de opgegeven hoeveelheid op het naamplaatje op de
achterkant.
● Als er meer koelmiddel is dan de aangegeven
hoeveelheid, mag u het koelmiddel niet laten wegpompen
naar de buitenunit. Gebruik in een dergelijk geval een
andere manier om het koelmiddel te verzamelen.
31
toets.