Inhoudsopgave
Advertenties
Lekkagetest
(1) Bevestig een spruitstukklep (met drukmeters) en
een gascilinder met droog stikstofgas aan deze
dienstaansluiting met vulslangen.
LET OP
Gebruik een spruitstukklep voor het ontluchten. Als deze
niet beschikbaar is, kunt u een afsluitklep voor dit doel
gebruiken. De "Hi" knop van de spruitstukklep moet altijd
gesloten blijven.
(2) Zet het systeem onder een druk van maximaal 3,80 MPa
met droog stikstofgas en sluit de klep van de cilinder
wanneer de meter 3,80 MPa aangeeft. Test vervolgens op
lekkage met een sopje van vloeibare zeep.
LET OP
Om te voorkomen dat er stikstof in vloeibare vorm
binnenkomt in het systeem, moet de bovenkant van de
cilinder hoger geplaatst zijn dan de onderkant wanneer u
het systeem onder druk brengt. Normaal gesproken wordt
de cilinder verticaal gebruikt.
(3) Doe een lekkagetest op alle verbindingen in de leidingen
(zowel binnen als buiten) en ook op de bedrijfskleppen
voor de gas- en vloeistofleidingen. Bellen geven een
lek aan. Veeg het sop weg met een schone doek na de
lekkagetest.
(4) Nadat u heeft gecontroleerd en bevestigd dat het systeem
vrij is van lekkage, kunt u de stikstofdruk wegnemen door
de aansluiting van de vulslang op de stikstofcilinder open
te zetten. Wanneer de systeemdruk weer normaal is, kunt
u de slang loskoppelen van de cilinder.
Gas verwijderen
(1) Bevestig het uiteinde van de vulslang zoals beschreven
in de voorgaande stappen aan de vacuümpomp om de
gassen uit de leidingen en de binnenunit te verwijderen.
Controleer of de "Lo" knop van de spruitstukklep open
staat. Start vervolgens de vacuümpomp op. De tijd die
nodig is voor het verwijderen van het gas hangt mede af
van de leidinglengte en de capaciteit van de pomp. De
volgende tabel toont de benodigde tijd voor het verwijderen
van het gas.
Benodigde tijd voor verwijderen gas bij gebruik van een
vacuümpomp met een vermogen van 30 gal/h
Als de leidinglengte
minder dan 15 m is
45 min. of meer
OPMERKING
De benodigde tijd in de tabel hierboven is berekend onder de
vooronderstelling dat de ideale (of doel-) vacuümwaarde minder
is dan –101 kPa (–755 mmHg, 5 Torr).
(2) Wanneer de gewenste vacuümwaarde wordt bereikt, sluit
u de "Lo" knop van de spruitstukklep en schakelt u de
vacuümpomp uit. Controleer of de drukmeter een waarde
van minder dan –101 kPa (–755 mmHg, 5 Torr) aangeeft
na 4 a 5 minuten werking van de vacuümpomp. (Afb. 6-4)
Als de leidinglengte
meer dan 15 m is
90 min. of meer
Spruitstukklep
Lo
Drukmeter
Gasleiding
Vloeistofleiding
LET OP
Gebruik een cilinder die ontworpen is voor gebruik met
R410A.
Bijvullen extra koelmiddel
● Bijvullen van extra koelmiddel (berekend op basis van de
lengte van de vloeistofleidingen zoals getoond in paragraaf
1-7 "Hoeveelheid bij te vullen koelmiddel") via de bedrijfsklep
voor de vloeistofleiding. (Afb. 6-5)
● Gebruik een weegschaal om het koelmiddel precies af te
wegen.
● Als de hoeveelheid bij te vullen koelmiddel niet in één keer
bijgevuld kan worden, dient u de resterende hoeveelheid
koelmiddel in vloeibare vorm bij te vullen via de bedrijfsklep
voor de gasleiding met het systeem in de koelstand ten tijde
van het proefdraaien. (Afb. 6-6)
23
Hi
Vacuümpomp
Dienstaansluiting ø7,94 mm
Open
Buitenunit
Dicht
Open
Dicht
Afb. 6-4
Advertenties
Inhoudsopgave
