Inhoudsopgave
Advertenties
5-2. Aansluiten van leidingen tussen binnen- en
buitenunits
(1) Zet de binnen-koelleiding die uit de muur steekt goed vast
aan de buitenleiding.
(2) Gebruik bij het aandraaien van de afsluitende moeren en
wartels de aandraaikracht zoals staat aangegeven in de
tabel hieronder.
● Gebruik 2 instelbare steeksleutels (baco's) bij het
verwijderen van de moeren en wartels van de verbindingen,
of wanneer u ze na het verbinden van de leidingen weer
vastzet. (Afb. 5-6)
Als de afsluitende moeren en wartels te vast worden
gedraaid, kan de tromp beschadigd raken, wat kan leiden
tot lekkage van koelmiddel en tot letsel of verstikking van
aanwezigen in de ruimte in kwestie.
Torsiesleutel
Binnenunit
● Als moeren of wartels voor trompverbindingen moet u de
moeren of wartels gebruiken die met de apparatuur werden
meegeleverd, of anders moeren of wartels die geschikt
zijn voor gebruik met R410A (type 2). De koelleidingen die
worden gebruikt moeten de correcte wanddikte hebben zoals
staat aangegeven in de tabel hieronder.
Aandraaikracht
Buisdiameter
(ongeveer)
14 – 18 N · m
ø6,35 (1/4")
(140 – 180 kgf · cm)
34 – 42 N · m
ø9,52 (3/8")
(340 – 420 kgf · cm)
49 – 55 N · m
ø12,7 (1/2")
(490 – 550 kgf · cm)
68 – 82 N · m
ø15,88 (5/8")
(680 – 820 kgf · cm)
100 – 120 N · m
ø19,05 (3/4")
(1000 – 1200 kgf · cm)
Omdat de druk ongeveer 1,6 keer hoger is dan bij gebruik van
conventionele koelmiddelen, kan gebruik van gewone moeren
of wartels (type 1) of buizen met dunnere wanden leiden tot
barsten en daardoor tot letsel of zelfs verstikking door lekkage
van koelmiddel.
●
Om beschadiging van de tromp door het te vast aandraaien
van de moeren of wartels te voorkomen, kunt u de tabel op
deze bladzijde gebruiken als richtlijn bij het aandraaien.
●
Bij het aandraaien van de moer of wartel van de
vloeistofleiding dient u een instelbare steeksleutel (baco) te
gebruiken met een handgreep van nominaal 200 mm lang.
Sleutel
Buitenunit
Afb. 5-6
Buisdikte
0,8 mm
0,8 mm
0,8 mm
1,0 mm
1,2 mm
5-3. Isoleren van de koelleidingen
Leidingisolatie
● Standaardkeuze isolatiemateriaal
Bij hoge temperatuur en vochtigheid kan er zich
gemakkelijk condens vormen op het oppervlak van het
isolatiemateriaal. Dit kan leiden tot condensdruppels en tot
lekkage. Raadpleeg de grafieken hieronder wanneer u een
isolatiemateriaal gaat kiezen. Als de omgevingstemperatuur
en de relatieve vochtigheid boven de lijn van de isolatiedikte
uitkomen, kunnen er in voorkomende gevallen op het
oppervlak van het isolatiemateriaal condensdruppels
gevormd worden. Selecteer in een dergelijk geval een
materiaal met een betere isolatiewaarde.
* Omdat de situatie mede afhangt van het soort
isolatiemateriaal en de omstandigheden ter plaatse, kunt u
de grafieken hieronder gebruiken als richtlijn bij het maken
van uw keuze.
Standaardkeuze leidingisolatie
Gebruikte voorwaarden in de berekening
Soort isolatiemateriaal
Thermische geleiding van het
isolatiemateriaal
Berekeningsformule voor het
berekenen van de dikte
Temperatuur koelmiddel
o6,35
100
90
80
70
60
50
40
10
20
30
Omgevingstemperatuur [°C]
o12,7
100
90
80
70
60
50
40
10
20
30
Omgevingstemperatuur [°C]
o19,05
100
90
80
70
60
50
40
10
20
30
Omgevingstemperatuur [°C]
21
Polyethyleen hittebestendig
materiaal
Op basis van JIS A9501
Op basis van JIS A9501
2°C
o9,52
100
Dikte
90
30 mm
Dikte
80
20 mm
70
Dikte
60
10 mm
50
40
40
50
10
20
30
Omgevingstemperatuur [°C]
o15,88
100
90
Dikte
30 mm
80
Dikte
20 mm
70
60
Dikte
10 mm
50
40
40
50
10
20
30
Omgevingstemperatuur [°C]
Twee buizen samengebundeld
Dikte
30 mm
Vloeistofleidingen
Dikte
20 mm
Dikte
10 mm
Isolatie
40
50
Dikte
30 mm
Dikte
20 mm
Dikte
10 mm
40
50
Dikte
30 mm
Dikte
20 mm
Dikte
10 mm
40
50
Gasleidingen
Afb. 5-7
Advertenties
Inhoudsopgave
