LET OP
(1) Wanneer buitenunits in een netwerk met elkaar worden verbonden, moet u de aansluitingen van de kortsluitstekkers
verwijderen (CN-TERMINAL, 2P zwart, locatie: rechtsonder op het printbord voor de hoofdbediening van de buitenunit)
van alle buitenunits, behalve één. (Af fabriek: kortgesloten)
Voor een systeem zonder koppelingen (geen draadverbindingen tussen buitenunits) hoeft u de kortsluitstekker niet te
verwijderen.
(2) Installeer de bedieningsbedrading tussen eenheden niet in een lus. (Afb. 4-1)
Buitenunit
Binnenunit
(3) Installeer de bedieningsbedrading tussen eenheden niet in een stervorm. Door stervormige bedrading zullen fouten in de
adresinstelling ontstaan.
(4) Als er aftakkingen worden gemaakt in de bedieningsbedrading tussen de eenheden, mag het aantal aftakpunten niet
hoger zijn dan 16. (Aftakkingen van minder dan 1 m zijn niet inbegrepen in het totale aantal aftakkingen.) (Afb. 4-3)
Aftakpunt
16 of minder
(5) Gebruik afgeschermde draden voor de
bedieningsbedrading tussen eenheden (c) en aard
de afscherming aan beide zijden, anders kunnen er
problemen met ruis (storing) optreden. (Afb. 4-4) Sluit
de bedrading aan zoals aangegeven in Paragraaf "4-3.
Bedradingsschema's".
Afgeschermde draad
Aarde
(6) Gebruik de standaard netsnoeren voor Europa (zoals
H05RN-F of H07RN-F die voldoen aan CENELEC (HAR)
specificaties) of gebruik snoeren die gebaseerd zijn op
de IEC-normen. (code-aanduiding, 60245 IEC 57, 60245
IEC 66)
Buitenunit
Binnenunit
Buitenunit
NEE
Buitenunit
Binnenunit
meer dan 1 m
Binnenunit
meer dan 1 m
Binnenunit
minder dan 1 m
Binnenunit
Aarde
Afb. 4-4
Buitenunit
Verboden
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Buitenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
WAARSCHUWING
Losse bedrading kan leiden tot oververhitting van de
aansluiting of tot storingen aan de apparatuur. Dit kan
ook leiden tot brandgevaar. Zorg er daarom voor dat alle
bedrading goed wordt vastgezet.
Wanneer de stroomdraden worden verbonden met de
aansluiting, dient u de instructies onder "Bedrading verbinden
met de aansluiting" te volgen en de draden goed vast te zetten
met de schroef van de aansluitingsplaat.
18
Verboden
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Aftakpunt
Buitenunit
Binnenunit
Binnenunit
Afb. 4-1
Afb. 4-2
Afb. 4-3