5
Afdrukken
Wanneer u afdrukken maakt vanuit lade 4, moet de papierzijde die u in de printer invoert minimaal 182 mm breed zijn
(zodat de rollen in de printer het papier kunnen pakken) en maximaal 297 mm breed zijn. De papierlengte vanaf de
invoerzijde tot aan de onderzijde moet ten minste 210 mm en ten hoogste 432 mm bedragen.
Papier met rondom aflopende illustraties afdrukken
Omdat u met het product afdrukken kunt maken op speciaal gesneden papier van 312 bij 470 mm, kunt u vloeiende illustraties
met snijlijnen van maximaal 297 bij 450 mm afdrukken vanuit lade 1. Zie de Help-informatie bij het programma voor meer
informatie.
De functies van het stuurprogramma gebruiken
Als u afdrukt vanuit een softwaretoepassing zijn veel van de functies van het product beschikbaar vanuit het stuurprogramma.
Zie
"Toegang verkrijgen tot het Windows-stuurprogramma" op pagina 18
Windows-stuurprogramma's.
Opmerking
Instellingen in het stuurprogramma en de softwaretoepassing vervangen de instellingen op het bedieningspaneel. (De
instellingen van de softwaretoepassing vervangen de instellingen van het stuurprogramma.)
Sorteerfunctie
Met de sorteerfunctie kunt u meerdere originelen afdrukken en beschikt u over de volgende voordelen:
minder netwerkverkeer
de toepassing is sneller weer beschikbaar
alle documenten zijn origineel
Productinstellingen opslaan
Met stuurprogramma's kunt u de productinstellingen die u het vaakst gebruikt als standaardinstellingen opslaan. Het
stuurprogramma kan bijvoorbeeld worden ingesteld op het maken van afdrukken op Letter-papier, staand, met automatische
ladeselectie (van de eerst beschikbare lade).
Met sommige PCL 6- en PCL 5e-stuurprogramma's kunt u productinstellingen opslaan voor meerdere soorten afdruktaken. U
kunt bijvoorbeeld een snelinstelling ontwerpen voor enveloppen, of voor het afdrukken van de eerste pagina van een
document op briefhoofdpapier.
De functies van het stuurprogramma gebruiken
om toegang te verkrijgen tot
62