5
Afdrukken
Afdrukken op aangepast papier
In dit gedeelte worden richtlijnen gegeven voor het afdrukken op aangepast afdrukmateriaal zoals briefhoofden,
transparanten, rondom aflopende illustraties, ansichtkaarten, aangepast papier en zwaar papier.
Afdrukken op briefhoofdpapier, geperforeerd papier of voorbedrukt papier (enkelzijdig)
Wanneer u afdrukt op papier met een briefhoofd, geperforeerd papier of voorbedrukt papier, is het belangrijk om het
papier in de juiste afdrukstand in de lade te plaatsen. Zie
Als het papier zwaarder is dan 199 g/m
Lade 1. Zie voor meer informatie de introductiegids op de product-cd of ga naar
volledige specificaties van het papier.
Wanneer u dubbelzijdig afdrukt op geperforeerd papier, moet u geperforeerd papier als papiersoort selecteren in het
menu Papierverwerking op het bedieningspaneel en moet u geperforeerd papier in het stuurprogramma kiezen.
Etiketten afdrukken
Plaats de etiketten aan de hand van de richtlijnen in
Stapels etiketten van meer dan 50 vellen moeten worden afgedrukt vanuit lade 1.
Gebruik uitsluitend etiketten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters. Zorg dat de etiketten aan de juiste
specificaties voldoen. (Zie voor meer informatie de introductiegids op de product-cd of ga naar
www.hp.com/support/lj9000.)
VOORZICHTIG
Om de printer niet te beschadigen, dient u deze aanwijzingen zorgvuldig in acht te nemen.
Afdrukken op aangepast papier
"Afdrukmateriaal plaatsen" op pagina 47
2
en minder zwaar dan 216 g/m
"Afdrukmateriaal plaatsen" op pagina
voor instructies.
2
, laadt u het alleen in
www.hp.com/support/lj9000
47.
60
voor