1. BEDIENING EN KENMERKEN
3. TOUCHSCREEN-BEDIENING
Dit systeem wordt hoofdzakelijk be-
diend met behulp van de schermtoet-
sen.
Als een schermtoets wordt aange-
raakt, klinkt er een piepsignaal. (Voor
het instellen van een piepsignaal,
→Blz. 132.)
OPMERKING
●
Raak, om beschadiging van het scherm
te voorkomen, de schermtoetsen licht
aan met uw vinger.
●
Raak het scherm niet met iets anders
dan uw vinger aan.
●
Verwijder
vingerafdrukken
scherm met een brillendoekje. Gebruik
geen chemische reinigingsmiddelen om
het scherm te reinigen aangezien deze
het touchscreen kunnen beschadigen.
●
Laat, om te voorkomen dat de accu ont-
laden raakt, het systeem niet langer
ingeschakeld dan nodig is wanneer de
motor niet draait <het hybridesysteem
niet is ingeschakeld>.
INFORMATIE
●
Als het systeem niet reageert op de aan-
raking van uw vinger, neem uw vinger
dan van het scherm en probeer het nog-
maals.
●
Schermtoetsen
weergegeven,
bediend.
●
Het beeld kan donker zijn en de bewe-
gende beelden kunnen iets vervormd
zijn als het display nog koud is.
●
Bij extreem lage temperaturen kan het
scherm wellicht niet worden weergege-
ven en kunnen gegevens die door de
gebruiker worden ingevoerd, gewist
worden. Ook reageren de schermtoet-
sen mogelijk langzamer dan gebruikelijk
op
het
wanneer deze worden geselecteerd.
●
Wanneer u naar het scherm kijkt door
gepolariseerd materiaal zoals een gepo-
lariseerde zonnebril, wordt het scherm
mogelijk donker en moeilijk te zien. Kijk
in dat geval vanuit een andere hoek
naar het scherm, en wijzig de schermin-
stellingen (→Blz. 135) of zet uw zonne-
bril af.
●
Selecteer
naar het vorige scherm.
die
gedimd
worden
kunnen
niet
worden
om terug te keren
1
15