1. INSTELLEN
Als het automatisch verbinden is mis-
lukt, wordt het volgende scherm weerge-
geven. Selecteer het profiel dat u wilt
verbinden.
Nr.
Hiermee kunt u het telefoonprofiel
verbinden.
Hiermee kunt u het muziekprofiel
verbinden.
Hiermee kunt u het internetprofiel
verbinden. (→Blz. 154)
Hiermee kunt u alle profielen verbin-
den.
®
Als een Bluetooth
verbonden, wordt er automatisch verbin-
ding mee gemaakt wanneer het systeem
wordt ingeschakeld.
INFORMATIE
●
Raadpleeg voor meer informatie over
het zoeken en bedienen van uw
®
Bluetooth
-apparaat de handleiding van
®
het Bluetooth
-apparaat.
●
De door het gekoppelde apparaat
ondersteunde muziekprofielen kunnen
naar wens afzonderlijk worden verbon-
den. Bij sommige apparaten kunnen
geen afzonderlijke profielen worden ver-
bonden. In dat geval wordt een pop-
upvenster weergegeven.
146
Functie
-apparaat eenmaal is
■
KOPPELEN VANAF HET
APPARAAT
1
Geef het Bluetooth
weer en selecteer Maak het systeem
zichtbaar.
Als er al een ander Bluetooth
gekoppeld, verbreek dan de verbinding
®
met dat Bluetooth
Als er al 4 Bluetooth
gekoppeld, moet een van de gekoppelde
apparaten worden verwijderd.
2
Zoek dit systeem van uw Bluetooth
apparaat.
3
Koppel het Bluetooth
®
uw Bluetooth
-apparaat.
Afhankelijk van het type Bluetooth
raat dat wordt aangesloten, kan het nodig
zijn om extra stappen uit te voeren op het
systeem.
®
Voor Bluetooth
-apparaten die SSP-com-
patibel (Secure Simple Pairing) zijn, is
geen pincode nodig. Afhankelijk van het
®
type Bluetooth
-apparaat dat is aange-
sloten, kan er een melding op het scherm
van
het
Bluetooth
weergegeven waarin gevraagd wordt de
registratie te bevestigen. Reageer en
bedien het Bluetooth
de bevestigingsmelding wordt aange-
geven.
®
-instellingsscherm
®
-apparaat is
-apparaat.
®
-apparaten zijn
®
®
-apparaat met
®
-appa-
®
-apparaat
worden
®
-apparaat zoals in
-