1. INSTELLEN
5. Bluetooth
1
Druk op de toets
2
Selecteer Bluetooth.
3
Kies de onderwerpen die u wilt instel-
len.
Nr.
Functie
Hiermee schakelt u het
automatisch
maken
met
voor dit systeem in/uit wan-
neer het systeem is inge-
schakeld.
Hiermee
kunt
®
Bluetooth
-apparaat kop-
pelen.
Hiermee kunt u de lijst met
al gekoppelde apparaten
weergeven, verbinding ma-
ken met het gewenste ap-
paraat
en
verwijderen.
Hiermee kunt u de sys-
teemnaam wijzigen.
Hiermee kunt u de 4-cijferi-
ge pincode wijzigen.
®
-INSTELLINGEN*
.
Blad-
zijde
verbinding
®
Bluetooth
⎯
u
een
139
143
apparaten
⎯
⎯
EEN Bluetooth
KOPPELEN
Er kunnen maximaal 4 Bluetooth
paraten worden gekoppeld. Een ge-
koppeld
apparaat
ondersteund profiel, zoals telefoon
(HFP) en muziek (A2DP), worden aan-
gesloten.
1
Geef het Bluetooth
weer en selecteer Nieuw toestel toe-
voegen.
Als een ander Bluetooth
gekoppeld, verbreek dan de verbinding
®
met dat Bluetooth
Als er al 4 Bluetooth
gekoppeld, moet een van de gekoppelde
apparaten worden verwijderd.
2
Als het onderstaande scherm wordt
weergegeven, zoek dan op het scherm
van uw Bluetooth
apparaat.
®
-APPARAAT
®
-ap-
kan
op
elk
®
-instellingsscherm
®
-apparaat is
-apparaat.
®
-apparaten zijn
®
-apparaat naar het
*: Toyota Touch 2
139
6