Installatie
Hoogvacuümflens in-
stalleren
14
VV
Fig. 4:
Aanbevolen oriëntering van de voorvacuümaansluiting bij de installatie
De axiale belastbaarheid van de hoogvacuümflens bedraagt max. 500 N (in overeen-
stemming met 50 kg). Een eenzijdige belasting van de hoogvacuümflens is daarbij niet
toegestaan.
In het geval van een plotselinge blokkering van de rotor moeten de optredende draaimo-
menten van de installatie en de hoogvacuümflens worden geabsorbeerd. Voor het be-
vestigen van de turbopomp aan de hoogvacuümflens mogen uitsluitend de hierna als
toebehoor genoemde onderdelen worden gebruikt. De onderdelen voor de installatie
van de turbopomp zijn speciale uitvoeringen van Pfeiffer Vacuüm. De minimale sterkte
2
van 170 N/mm
van het flensmateriaal respecteren.
Levensgevaar - Ontoelaatbare bevestiging
Bij de bevestiging van pompen aan een recipiënt met verschillende flensuitvoeringen
kan een plotselinge blokkering van de rotor leiden tot vervormen of afbreken.
De combinatie van verschillende flenstypes is niet toegestaan.
Pfeiffer Vacuum aanvaardt geen aansprakelijkheid voor alle schade die het gevolg is
van een ontoelaatbare bevestiging.
Vormtoleranties van tegenflens in acht nemen!
Oneffenheden in de tegenflens van de zijde van de exploitant kunnen ook bij correcte
bevestiging leiden tot vervorming van het pomphuis. Dit kan leiden tot lekken of nega-
tieve veranderingen van de loopeigenschappen.
Afwijkingen van de vlakheid van max. 0,05 mm boven de totale oppervlakken niet
overschrijden.
Bevestiging van ISO-flenzen
Bij de bevestiging van hoogvacuümflenzen in ISO-KF- of ISO-K-uitvoering kan een plot-
selinge blokkering van de rotor ondanks een correcte installatie leiden tot vervorming.
● De lekdichtheid van de hoogvacuümflens komt daarbij niet in gevaar.
VV
25° max
GEVAAR
LET OP