8 Aanpassing aan de CV-installatie
8.4
Temperatuurcurve bij aansluiting van een
buitentemperatuurvoeler instellen
y
30
2
De instelling van de temperatuurcurve kunt u met de diagno-
sepunten D.043 en D.045 uitvoeren.
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 52)
8.5
Maximale aanvoertemperatuur instellen
Onder D.071 kunt u de maximale aanvoertemperatuur voor
het CV-bedrijf instellen (fabrieksinstelling 75 °C).
8.6
Retourtemperatuurregeling instellen
Bij aansluiting van het product aan een vloerverwarming kan
de temperatuurregeling onder D.017 van aanvoertempera-
tuurregeling (fabrieksinstelling) op retourtemperatuurregeling
omgeschakeld worden.
8.7
Branderwachttijd instellen
Om het frequent in- en uitschakelen van de brander en hier-
door energieverlies te vermijden, wordt steeds na het uit-
schakelen van de brander voor een bepaalde tijd een elek-
tronische herinschakelblokkering geactiveerd. U kunt de
branderwachttijd aan de omstandigheden van de CV-instal-
latie aanpassen. De branderwachttijd is alleen voor de CV-
functie actief. Onder D.002 kunt u de branderwachttijd instel-
len (fabrieksinstelling: 20 min.). De effectieve branderwacht-
tijden afhankelijk van de gewenste aanvoertemperatuur en
de maximaal ingestelde branderwachttijd kunt u in de vol-
gende tabel terugvinden:
T
Ingestelde maximale branderwachttijd [min]
aanvoer
(ge-
wenst)
1
5
[°C]
30
2,0
4,0
35
2,0
4,0
40
2,0
3,5
45
2,0
3,0
50
2,0
3,0
55
2,0
2,5
60
2,0
2,0
65
2,0
1,5
70
2,0
1,5
75
2,0
1,0
44
x
10
15
20
25
8,5
12,5
16,5
20,5
7,5
11,0
15,0
18,5
6,5
10,0
13,0
16,5
6,0
8,5
11,5
14,0
5,0
7,5
9,5
12,0
4,5
6,0
8,0
10,0
3,5
5,0
6,0
7,5
2,5
3,5
4,5
5,5
2,0
2,5
2,5
3,0
1,0
1,0
1,0
1,0
T
Ingestelde maximale branderwachttijd [min]
aanvoer
(ge-
wenst)
35
[°C]
1
30
29,0
35
25,5
40
22,5
45
19,5
50
16,5
55
13,5
60
10,5
65
7,0
70
4,0
75
1,0
Aanwijzing
De resterende branderwachttijd na een regel-
uitschakeling tijdens het CV-bedrijf kunt u onder
D.067 oproepen.
8.8
Pompvermogen (hoogefficiënte pomp)
Het product kan met een pompgroep met hoogefficiënte
pomp (toebehoren) uitgerust worden. De pomp is volledig
modulerend en wordt afhankelijk van de warmteaanvraag
aangestuurd.
De restopvoerhoogte van deze pompgroep is erop gericht
dat het volle warmtevermogen tot aan de systeemscheiding
getransporteerd wordt.
Restopvoerhoogte
Voor een gewenste pomptoerentalwaarde ≥ 85 % gelden
volgende waarden:
Toestelvermogen
Hoeveelheid circu-
latiewater bij maxi-
male warmtebelasting
(ΔT=23 K)
Waterdruk achter de
CV-ketel bij maximale
waterdoorstroming,
met terugslagklep
Waterdruk achter de
CV-ketel bij maximale
30
waterdoorstroming,
zonder terugslagklep
25,0
22,0
19,5
17,0
14,0
11,5
9,0
6,5
3,5
1,0
Installatie- en onderhoudshandleiding Thema CONDENS 0020151748_05
40
45
50
33,0
37,0
41,0
45,0
29,5
33,0
36,5
40,5
26,0
29,0
32,0
35,5
22,5
25,0
27,5
30,5
18,5
21,0
23,5
25,5
15,0
17,0
19,0
20,5
11,5
13,0
14,5
15,5
8,0
9,0
10,0
11,0
4,5
5,0
5,5
6,0
1,0
1,0
1,0
1,0
80 kW
2,99 m³/h
0,065 MPa
(0,650 bar)
0,073 MPa
(0,730 bar)
55
60
49,5
44,0
38,5
33,0
28,0
22,5
17,0
11,5
6,5
1,0